Praktische leergang polsstokhoogspringen voor de jeugd

door Bert Vreeswijk

camerawerk: Mark Ruwaard

Het polsstokhoogspringen is een van de meest spectaculaire onderdelen in de atletieksport. Maar ook een technisch moeilijke discipline om aan te leren. Het kost soms jaren van trainen en het kan een voordeel zijn om er al op jonge leeftijd mee te beginnen – al zijn er genoeg voorbeelden van atleten die pas op latere leeftijd, vaak vanuit de turnsport, begonnen zijn met springen.

Toch is het fascinerend om te zien dat je de jeugd al op jonge leeftijd, soms al als pupil of D-junior*, kennis kunt laten maken op de clubs met het polsstokhoogspringen en ze de beginselen van deze mooie discipline aan te leren. Juist op jonge leeftijd kunnen, heel snel en betrekkelijk eenvoudig, gecompliceerde lichaamsbewegingen worden aangeleerd. Denk maar eens aan turnen en kunstrijden op de schaats. Ook uit onze eigen praktische ervaringen met de jeugdsport hebben wij ondervonden, dat het op zeer jonge leeftijd voor de jeugd een geweldige en uitdagende ervaring is om aan een polsstok ‘door de lucht te vliegen’. Het grote voordeel van de jeugd

is dan ook dat ze ‘spelenderwijs’ bezig kunnen zijn met dit moeilijke, maar oh zo leuke en spannende atletiekonderdeel. Jeugdtrainer/sters zullen bovendien ervaren dat door de jeugdige onbevangenheid en ontvankelijkheid er snel vorderingen kunnen worden gemaakt – wat het plezier nog verder kan verhogen. De kennismaking met het polsstokhoogspringen vraagt vooral inventiviteit en enthousiasme van de jeugdtrainers/sters. En oefenen kun je overal, zowel in de natuur, zoals over slootjes en greppels, maar ook in het bos of op het strand of in de gymzaal. En als de jeugd eenmaal verslingerd is aan deze discipline laten ze het vaak nooit meer los!

* Ons fotomodel is Nora Lombo, 11 jaar oud en lid van AV Typhoon uit Gorinchem. Het was voor dit atleetje de éérste keer dat ze een polsstok in haar handen had! De oefenvormen van deze leergang heeft ze in 75 minuten uitgevoerd. Wat aantoont hoe snel het leerproces kan verlopen.

Armand Duplantis, bij zijn records voor 8- en 9-jarigen.

 

Leergang polsstokspringen voor de jeugd

In het door ons onlangs uitgegeven boek Polsstokhoogspringen leer je zo hebben wij (Bert Vreeswijk en Jaap van der Plaat) ons met name gericht op de groep atleten die al enige ervaring hebben opgedaan en op gevorderde springers. In dit artikel doen we nog een paar stapjes terug en presenteren we voor de allerjongste jeugd een praktische leergang, waarin we de beginselen van het polsstokspringen op eenvoudige wijze uiteenzetten. Wij hopen dan ook dat de jeugdtrainers bij de atletiekclubs er deze winter mee aan de slag gaan en wensen hen hiermee heel veel springplezier! 

Hoe leer je de beginselen van het polsstokspringen?

Hoe begin je als jeugdtrainer met je groep aan dit voor velen onbekende atletieknummer en wat heb je er voor nodig? Eigenlijk niet zoveel, want met een verspringbak en wat eenvoudige jeugdstokken, die niet te veel hoeven te kosten, kom je al een heel eind. Bij de door ons gebruikte praktische leergang en methodiek kun je uitgaan van het handige, door ons gebruikte, ezelsbruggetje: ‘Praatje – Plaatje – Daadje’. Waarmee we willen aangeven dat als je met het onderdeel van start gaat, je eerst een korte (niet teveel praten!) en eenvoudige, begrijpelijke uitleg geeft over het polsstokspringen aan je groep. Dan voor elke oefenvorm laten zien hoe deze moet worden uitgevoerd. En al snel kan de groep dan in goed en veilig georganiseerde oefenvormen enkele lessen aan de slag met de leergang die wij hier zullen presenteren.

Wie weet zijn over enkele jaren jouw pupillen straks de jongens en meisjes van de toekomst in het polsstokhoogspringen in Nederland.

De praktische leergang in stappen

*Bij alle oefenvormen gaan we uit van linkse springers en het dragen van de stok rechts!

Oefenvorm 1: De greep aan de stok en het lopen met de stok

We beginnen de atleetjes in de eerste plaats de greep aan de stok te leren en ze te laten wennen aan de draagwijze; waarbij je op onze getoonde oefenvorm kunt variëren in uitvoering zoals wandelen, dribbelen/draven, versnellinglopen uitvoeren. Daarbij de stok van hoog (±45 graden) geleidelijk naar laag voeren en in een later stadium als spelvorm met pilonnen of witte lijn de insteek inpassen.

Organisatievorm: In stroomvorm op de 4 buitenste banen van de atletiekbaan, met kleine groepjes over een afstand van 15 tot 20 meter. (heen en weertjes)

Didactische opmerkingen: Linkse springers dragen de stok aan hun rechterzijde. Schouder-brede ontspannen greep, onderste hand aan de polsstok in bovengreep, bovenste hand in ondergreep, schouder-as onder 45 graden, romp en heupen frontaal naar voren houden tijdens aanloopoefeningen. In een later stadium het tijdig dalen van de stok voor de insteek met stem begeleiden: ‘zakken, zakken, zakken, armen hoog.’

Wie kan de pilon of witte lijn tijdende insteek raken met de punt van de polsstok? Duw de polsstok zo hoog mogelijk de lucht in.

Oefenvorm 2: Eilandje hoppen in stroomvorm met ‘heksensprongen’,  daarmee een afstand overbruggend. 

Organisatievorm: Met fietsbanden 6 tot 8 eilandjes uitzetten, eilandje hoppen in stroomvorm (polsstok doorgeven aan de volgende na afgelegd rondje) met heksensprongetjes.

Didactische opmerking: Polsstokgreep eerst niet te hoog (hoofdhoogte) vastpakken, tweebenige afzet en op twee voeten met gebogen knieën landen.

Oefenvorm 3Tweebenige heksensprong vanaf bank Organisatievorm: Vanaf bank in zandbak springen in stroomvorm.

Didactische opmerking: In aanvang niet te hoog vastpakken en met 2 voeten afzetten en landen met gebogen knieën; stok altijd vast blijven houden zodat je kunt sturen!

Oefenvorm 4: Maak vanaf kast of springbox met afzet-linkerbeen een sprong waarbij met de linkerheup naast de rechterzijde van de polsstok wordt geland. De trainer begeleidt bij aanvang eerst de polsstok. 

Organisatievorm: In stroomvorm, waarbij de trainer de stok begeleidt tijdens de sprong in de verspringbak. Als de atleet eraan toe is de sprong zelfstandig uitvoeren.

Didactische opmerking: Stok eerst niet te hoog (reikhoogte) vastpakken bij de afzet, rechter zwaaibeen krachtig inzetten, probeer met gebogen knieën en op twee voeten te landen.

Oefenvorm 5: Maak kleine sprongetjes vanaf de landingsmat met de polsstok in de insteekbak. Zet af met het linkerbeen af, gevolgd door een goede zwaaiactie van het rechterbeen. Maak daarna een halve draai tijdens je sprong naar de andere zijde van de landingsmat.

Organisatievorm: Spring steeds van de ene naar de andere zijde en terug; daarna de volgende atleet.

Didactische opmerking: plaats de stok steeds tegen de zijwand van de polsstokbak!

Oefenvorm 6: Idem als oefening 5, nu vanaf springbox of kast in zandbak met halve draai. 

Organisatievorm: In stroomvorm, waarbij de trainer de stok begeleidt, in later stadium zelfstandig uitvoeren.

Didactische opmerking: Linkse afzetters rechts langs de stok, stok dicht bij het lichaam houden. Op 2 voeten met gebogen knieeën landen, stok altijd goed vasthouden!

Oefenvorm 7: Sector springen, uit verkorte 6 - 9 pas aanloop zonder stok, gevolgd door hoog vastpakken van de stok en een grove ‘totaal sprong’ met halve draai in verspringbak maken.

Organisatievorm: Sectoren aanbrengen in zandbak. Om beurten springen, de trainer houdt de polsstok in juiste positie en begeleidt in eerste instantie elke sprong voor de veiligheid, later de sprong zelfstandig uit laten voeren.

Didactische opmerking: Stok altijd vasthouden voor de veiligheid, dan kun je sturen! Maak na een krachtige afzet met je linkerbeen een goede zwaaiactie naar voren met je rechterbeen. Je passeert de polsstok als linkse springer altijd aan de rechterzijde! Hoe ver kun je springen?

Oefenvorm 8: Uit verkorte aanloop de polsstok, die in een kuil is gepositioneerd, hoog vastpakken en een totale grove sprong uitvoeren, maar nu over een elastisch toverkoord. 

Organisatievorm: In stroomvorm waarbij de stok in een kuil in de juiste positie staat. De atleet probeert met een grove totaalsprong over het elastisch koord te springen. Bij een goed springresultaat het koord steeds wat verhogen.

Didactische opmerking: Zwaai je benen na de afzet eerst goed omhoog en blijf tijdens de halve draai dicht bij de stok. Probeer over het koord te springen en land met gebogen knieën op twee voeten en houd de stok ook bij de landing goed vast.

Slotopmerking

Als de atleetjes eenmaal door veel herhalingen deze leergang met succes hebben doorlopen, kunnen we verder gaan werken; door vanuit een zelfstandige aanloop met stok en insteek het springen verder te ontwikkelen. Dan raden wij aan vanuit het polsstokboek Polsstokhoogspringen leer je zo te gaan werken en deze info te integreren met uw eigen ideeën en inzichten. Wij wensen u veel succes en vooral plezier met uw atleetjes.

Noten

Denk om de veiligheid tijdens het polsstokhoogspringen, safety first!!

** Het boek Polsstokhoogspringen leer je zo is te bestellen via de site Tienkamptotaal.nl

**Voor meer beginners-atletiekoefenstof voor de jongste atleetjes, bevelen wij ook van harte aan het atletiekboek voor docenten in het onderwijs van Diny Bom, met als titel De kick in atletiek (ISBN: 978 90 6053 817 3 Uitgeverij EDUÁctief b.v.

** Op Youtube (link Duplantis) is een mooi filmpje van ±10 minuten te zien van Armand Duplantis. Vanaf het moment dat hij op 4-jarige leeftijd met polsstokhoogpringen begint tot het moment dat hij het wereldrecord verschillende keren verbetert en het uiteindelijk in 2022 op 6.21 m. brengt.