Een andere kijk op de olympische zevenkamp
door Jan Lips
Wanneer er wordt geschreven over deelnemers aan de Olympische Spelen gaat het meestal over de uitblinkers van een sport, of over plaatselijke, regionale of landelijke talenten. Ik besloot tot een andere aanpak. Ik dacht, laten we eens kijken naar iemand die met de hakken over de sloot het olympisch strijdperk mocht betreden, de laagst geklasseerde deelneemster (de nummer 24 van de ‘Weg naar Parijs’-kwalificatie) in de zevenkamp. Hoe was haar persoonlijke weg naar Parijs? Is er een verschil met de meer gevestigde atletes, en wat is dat verschil?
Ik stel u voor aan Tori West, een 28-jarige software-ingenieur uit Townsville, Queensland, Australië.
Tori scoorde 6245 punten bij de zevenkamp in Götzis (Oostenrijk) dit jaar, wat haar op de vijfde plaats bracht van de Australische zevenkamp-ranglijst allertijden. Maar dat was niet goed genoeg voor deelname aan de Olympische spelen. Hier volgt haar verhaal.
Toen Tori bijna vier jaar oud was, nam haar vader haar mee naar een atletiekwedstrijd. De grasbaan was in dezelfde straat waar ze woonde. Ze zag iemand de 400 meter lopen zonder clubtenue en dit deed haar denken dat zij dat ook kon. Niet lang daarna werd ze lid van de atletiekclub. Op school deed ze ook aan basketbal en tennis. Haar beste atletiekonderdeel was het hoogspringen, als elfjarige won ze al een staats-kampioenschap. Op de middelbare school voegde ze daar speerwerpen aan toe nadat een trainer had gezien dat ze een snelle arm had. Een jaar later won ze de nationale titel. Tori wilde wat meer doen dan alleen maar speerwerpen, en haar coach stelde voor na de middelbare school een zevenkamp te proberen. Ze was eraan gewend veel verschillende nummers te doen in wedstrijden tegen andere scholen, en dat ging haar goed af.
foto van: Athletics Australia and Chiara Montesano
Er kwam echter een kink in de kabel. Na de middelbare school blesseerde Tori haar voet zodat ze niet kon hardlopen. Ze besloot daarom te gaan boksen, en werd ook daarin een uitblinker met een 4-0 ongeslagen record. Maar atletiek bleef haar aantrekken en nadat haar voet genezen was ging ze terug en begon te trainen voor de zevenkamp. In het seizoen 2017/18 bracht ze haar PB van 5100 naar 5793 punten.
Hoe ziet het Australisch atletiekseizoen eruit?
‘In Australië zijn er het hele jaar door wedstrijden in verschillende delen van het land. Het belangrijkste Australische seizoen is het tegenovergestelde van het Europese buitenseizoen: het begint in oktober en eindigt in april. Onze eerste outdoor zevenkamp is in december en ons nationale kampioenschap is in april. We hebben geen indoorbanen of -wedstrijden. De Oceanië Area Championships zijn weliswaar onze competities met de hoogste bonuspunten, maar het zijn de meest risicovolle competities om te doen, vanwege het gebrek aan deelnemers en onveilige locaties in ontwikkelingslanden. Er zijn veel weekendwedstrijden in de zomer, die goed zijn om te zien waar je staat in de training. In Noord-Australië, waar ik ben opgegroeid, is het weer prachtig in de winter (het is als de Europese zomer), dus het atletiekseizoen is vergelijkbaar met Europa. Het is zo warm en vochtig in de zomer dat er geen zomerwedstrijden zijn.’
Tori’s wekelijkse trainingsroutine ziet er als volgt uit: 3 baantrainingen, 3 krachttrainingen, 3 langere loop-/Fartlek trainingen en 3 technische trainingen (gecombineerd kogel/hoog en speer/ver in 2 trainingen). Ongeveer dertig uur per week. Volume en intensiteit variëren naar gelang de tijd van het jaar. Haar favoriete onderdelen zijn de 100 meter horden en de 200 meter. Ze is verrast over haar snelheid, zij houdt ervan zichzelf te pushen en steeds sneller te lopen.
Wat zijn je sterke en zwakkere punten?
‘Mijn sterke punt is dat ik hard werk en goed ben in aanpassen. Ik benader de atletiek met de filosofie “juiste input, juiste output”. Als ik niet het resultaat krijg dat ik wilde, heb ik iets verkeerd gedaan in het proces en zal ik me aanpassen om de les te leren. Ik ben laat begonnen en heb de kans gemist om als tiener mee te doen. Ik heb moeten leren navigeren in de zevenkamp in voornamelijk seniorenwedstrijden, daarom het heeft langer geduurd om door te breken. Mijn sterke punten in de wedstrijden zijn mijn speerwerpen en mijn snelheid. Mijn zwakke punt is mijn gebrek aan ervaring, maar ik maak dit goed. Ik heb 10 zevenkampen gedaan in 20 maanden in 2023/24!’
Hoe heeft atletiek je leven verrijkt?
‘Toen ik opgroeide, was het niet altijd makkelijk en atletiek gaf me als kind een veilige uitlaatklep. De gevoelens die ik kreeg als ik het goed deed, waren een van mijn dierbaarste en deden me inzien dat als je ergens voor werkt, je een beter leven voor jezelf kunt creëren. Op mijn 18e was ik een beetje verdwaald en atletiektraining hielp me om mijn leven weer op de rails te krijgen door middel van fysieke training en discipline. Het beoefenen van atletiek op het hoogste niveau heeft me gedwongen om me holistisch te ontwikkelen als persoon. Tijdens COVID stopte ik bijna met de sport, ik was er bijna 3 jaar uit vanwege de pandemieregels en blessures. Toen ik stopte met atletiek, realiseerde ik me dat de routine en toewijding aan het proces me eigenlijk een succesvoller persoon maakten, dus bleef ik trainen. En in 2023 kwamen de dingen weer terug voor mij en toen had ik een doorbraakjaar in 2024.’
Op welke leeftijd begon je te dromen over de Olympische Spelen?
‘Ik herinner ik me dat ik naar Jessica Ennis in Londen (2012) keek toen ik op de middelbare school zat en ik dacht dat het misschien mogelijk was. Maar het werd pas een droom die ik koesterde toen ik ongeveer 18 was. Op mijn 21e dacht ik echt dat ik het kon.’
Wat waren je ervaringen in 2024?
‘Götzis was magisch. Het was echt de beste atletische ervaring van mijn leven (op dit moment zelfs beter dan de Olympische Spelen). De manier waarop ze voor atleten zorgen en een sfeer creëren waar het publiek van geniet, is bijzonder. Fiji (Oceanië-kampioenschappen) was een ondermaatse competitie - we sprongen op illegale (en gevaarlijke) hoogspringmatten, ervoeren vreselijke wind (de baan lag naast het strand) en de deelnemersaantallen waren laag (dus deden we mee aan evenementen met U18- en masters atleten). Ik vond Fiji niet leuk, maar wist dat ik het moest doen vanwege de bonuspunten. Het is zeker niet hetzelfde niveau als Europese kampioenschappen, ondanks dat het dezelfde bonuspunten heeft. Ratingen was ook speciaal, net als Götzis. Bij meerkamp-specifieke evenementen weten ze hoe ze de atleet op de eerste plaats moeten zetten. En het zorgt voor een soepelere competitie-ervaring. Ik was erg dankbaar dat Ratingen mij op korte termijn op de startlijst kon zetten.’
Tori had de bonuspunten van Fiji en Ratingen nodig om in de top-vierentwintig van de wereldranglijst te komen.
Götzis 13.63* 1.71 13.72* 23.67* 6.09* 47.36 2:16.41* 6245* (6) * PB
Ratingen 13.69 1.75 12.99 24.14 5.93 51.74 2:15.92* 6235 (3)
Hoe ziet je supportteam eruit?
‘Ik werk sinds 2018 samen met mijn hoofdcoach Eric Brown. Hij heeft vier boven de 8000 punten presterende Australische tienkampers gecoacht (Ash Moloney, Cedric Dubler, Dan Golubovic en Jason Dudley). Hij vertelde me dat het 5 jaar zou duren om serieuze scores te behalen voor de zevenkamp, en dat deed het. Dit was ons 5e jaar dat we samenwerkten. Sam Leslie speelt een even belangrijke rol. Hij is een ongelooflijke fysiotherapeut en coach. Hij heeft me geholpen om gezond te worden om de vereiste hoeveelheden te trainen en hij heeft mijn hardlooptechniek enorm verbeterd. Waar mogelijk (en waar de financiën het toelaten), reis ik met beide coaches – beiden spelen een cruciale rol in mijn atletiekleven.’
foto van Bjorn Paree
Wat doe je buiten atletiek?
‘Ik werk fulltime als een software-ingenieur. Ik ben eigenaar van een digitaal ontwikkelingsbedrijf en werk hier sinds 2020 fulltime aan. Ik ben autodidact en mijn bedrijf is tijdens COVID van de grond gekomen, omdat veel bedrijven dit nodig hadden.’
Wat betekent het voor jou om een olympische atleet te zijn? Was dit de ultieme droom?
‘Ik zou niet zeggen dat de Olympische Spelen mijn ultieme droom waren, maar gewoon een doel. Ik heb grotere doelen dan de Olympische Spelen en sport, eerlijk gezegd. Maar de Olympische Spelen waren een groot doel.’
Vervolgens vroeg ik Tori over haar voorbereidende Australische olympische trainingskamp in Montpellier.
‘De eerste week in Montpellier begon goed. Ik trainde goed en voelde me optimistisch. Het was mijn eerste keer in een teamtrainingskamp en ik raakte vertrouwd met de structuur. Kort daarna begon ik te worstelen met mijn energie. Ik geloof niet dat ik overtrainde. Ik denk dat ik mentaal en emotioneel gewend ben om alleen te werken met mijn eigen team, dus het kostte energie om me aan te passen aan de nieuwe omgeving. In de 10 dagen voorafgaand aan de Olympische Spelen was ik in de buurt van mensen met wie ik normaal gesproken niet zou samenwerken, kreeg ik een kleine voedselvergiftiging en was ik licht gestrest door de logistiek voorafgaand aan de Olympische Spelen. De energie om dit te managen eiste zijn tol.
Ik mocht mijn coaches niet meenemen op de warming-up track (we wisten ze wel twee keer binnen te smokkelen tijdens de wedstrijd), of in de trainingsgebieden van het olympisch dorp. Daarom bleef ik tot 2 dagen voor de wedstrijd in Zuid-Frankrijk om met ze te werken. Toen maakte ik 2 dagen voor de wedstrijd een treinreis van 3 uur en kwam 's avonds in het dorp aan. Er was een verplichte Australische teamintroductie, dus ik ging laat naar bed. De volgende dag (een dag voor het evenement) moest ik een heel eind lopen om mijn coaches buiten het olympisch dorp te zien. Bij terugkomst was er een dopingtest en moest ik nog een keer lopen om te testen. Dus ik stond veel meer op mijn benen dan ik had gewild. De bedden waren ook ongemakkelijk, dus ik sliep een paar nachten slecht voor de wedstrijd. Er was niet één ding dat mijn energie wegnam tijdens de wedstrijd, het was een opeenvolging van kleine dingen. En daarom had ik een suboptimale wedstrijdervaring. Ik miste de elasticiteit in mijn benen en voelde me erg vlak. Ik begon goed bij de horden, maar kon vandaar niet opbouwen. Dat was ongebruikelijk, ik word meestal beter naarmate de wedstrijd vordert. Ik had gewoon niet de energie in mijn centrale zenuwstelsel. Ik kon niet presteren zoals ik wilde.
Ik vond het leuk om in het stadion te zijn. Het was zo ongelooflijk. Ik heb veel lessen geleerd die ik nodig had om beter te kunnen presteren op de wereldkampioenschappen in Tokio in 2025. En ik mag zeggen dat ik een Olympiër ben!’
Foto van: Casey Sims & Oceania Athletics
Tori was niet in staat een goede zevenkamp neer te zetten in Parijs. Ze bleef ver onder haar beste score. Enkele mogelijke redenen zijn hierboven aangegeven, andere komen misschien later nog aan het licht.
Wanneer ik Tori’s inspanningen van 2024 om mee te mogen doen aan de Olympische Spelen op een rijtje zet, geloof ik dat haar weg naar Parijs veel moeilijker was dan van de meeste atletes, zeker van hen die voldoende punten gescoord hadden (6480) en zich automatisch kwalificeerden. Kijk eens naar dit lijstje:
Vlucht van Australië naar Europa ruim een week voor de Hypomeeting in Götzis, Oostenrijk (18-19 mei). Dat reisje duurt 25 uur. Vlucht terug naar Australië de dag na Götzis, daar was 29 uur voor nodig. Dan vlucht naar Suva, Fiji voor de kampioenschappen van Oceanië, slechts drie dagen later; 14 uur onderweg. Heptathlon op 1 en 2 Juni. Als tweede geëindigd, zeer goed voor de bonuspunten.
Dan regelen om in de meerkampwedstrijd in Ratingen te kunnen starten om de resterende bonuspunten bijeen te sprokkelen. Toestemming op 4 juni, wedstrijd op 22-23 juni. Naar Duitsland vertrokken op 12 juni. 25 uur later aangekomen. Weer acclimatiseren en trainen. Dan goed presteren om als derde te eindigen en hopelijk genoeg bonuspunten verzameld te hebben. Het verlossende woord komt op 2 juli. Tori gaat naar de Olympische Spelen!
Het doorzettingsvermogen van Tori West is exemplarisch geweest! De weg was verre van gemakkelijk, maar ze gaf nooit op. Ook hier geldt: de aanhouder wint. Bravo, Tori, fantastisch gedaan!