Unieke vierde plaats Sven Roosen in Parijs


door Kees Sluys, met foto van Bjorn Paree

Het kan zijn dat we iets over het hoofd hebben gezien, maar nergens in de kranten een woord over de fenomenale vierde plaats van Sven Roosen in de tienkamp. O ja, toch ergens in het Algemeen Dagblad een berichtje. Echter zonder ook maar één detail te noemen. Wie won er dan? Hoe verliep de strijd? Wat was Roosens score? Is baan-atletiek.nl dan toch onmisbaar?

 

Had iemand ter wereld kunnen bevroeden dat Sven Roosen als vierde bij de olympische tienkamp zou eindigen? En dat hij daarmee dus de beste Nederlandse tienkamper ooit op de Olympische Spelen zou worden? Het antwoord is nee. Tot dusver was een vijfde plaats het hoogste haalbare: Jan Brasser (1936), Eef Kamerbeek (1960) en Chiel Warners (2004).

Zeker, die vierde plaats werd mede mogelijk gemaakt door het falen van diverse concurrenten met betere papieren. Maar dat is nu eenmaal van alle tijden en all in the game.

Sven Roosen afgelopen weekend tijdens zijn polsstokhoog onderdeel

Polsstokhoog, onderdeel acht, bleek de grote ‘game changer’. Na discuswerpen, het zevende onderdeel, was de stand aan de kop van het klassement als volgt.

1 Neugebauer 6500

2 Warner 6428

3 Skotheim 6326

4 Victor 6311

5 Owens-Delerme 6304

6 Rooth 6267

7 Erm 6233

8 Williams 6177

9 Roosen 6173

10 Gletty 6149

11 Baldwin 6074

12 Mullings 6058

15 Oiglane 5876

 

Niklas Kaul, na een ook voor hemzelf onbegrijpelijk teleurstellende eerste dag, lag daar nog achter met slechts 5741 punten. De Duitser speelde geen enkele rol meer. Al zou hij nog als achtste eindigen met een totaal van 8445 punten. Dankzij – hij wist het nog op te brengen – zijn traditionele supereindschot: 77.78 speer en 4.15.00 op de 1500 meter.  

 

Kon zijn favoriete landgenoot Neugebauer nog wat gebeuren? Stel dat deze zijn pr bij polsstokhoog (5.30) zou evenaren en stel dat Warner met 4.80 hetzelfde deed, dan zou de marge voldoende moeten zijn voor de overwinning. Maar op het moment dat Neugebauer tot ‘slechts’ 5.00 meter kwam was deze tweestrijd al beslist. Warner faalde drie maal op aanvangshoogte 4.60 en stapte uit de wedstrijd.

Had de Duitser van Sander Skotheim dan nog iets te duchten? Nee, maar de Noor was nog wel medaillekandidaat. Tot ook hij, op zijn aanvangshoogte van slechts 4.50, drie keer afsprong. Weg eventueel brons voor de man die al eens 5.35 sprong. Hij bleef, in tegenstelling tot Warner, wel in de strijd.

Medaillekansen dienden zich nu aan voor kersverse Europees kampioen Johannes Erm. In Rome had hij nog 5.20 gesprongen. Nu bleef het bij een schamele 4.60.

Wat was er toch allemaal aan de hand?

 

Maar polsstokhoog zorgde niet alleen voor kommer en kwel. Het bleek ook een ‘game changer’ in positieve zin. Lindon Victor bleef met 4.90 in het spoor. Zo ook Owens-Delerme, al kreeg die nog twee zwakke onderdelen voor de kiezen.

Bijzonder verheugd over hun polshoogresultaten waren Williams, die met 5.10 naar plek 5 steeg en uiteindelijk als zevende eindigde. En dankzij een supersprong van 5.30 klom Oiglane van plek 15 naar plek 11.

Dan was er nog Markus Rooth. Was hij, met een pr van 5.10, in staat om Neugebauer te bedreigen en zelfs een gooi naar de titel te doen? Met 233 punten achterstand leek dat onwaarschijnlijk. Maar met 5.30 sprong hij, de ‘babyface’, een verbluffend pr en nestelde zich daarmee op de tweede plaats. Hondernegenendertig punten bedroeg de achterstand nog. Met twee duidelijk betere onderdelen voor de boeg dan Neugebauer. Rooth verzaakte niet. Na een mooie speerworp p van 66.87 hoefde hij niet eens voluit te gaan op de 1500 meter, met Skotheim als rustige gangmaker. Rooth olympisch kampioen! Met een pr-totaal van 8796 punten. Zilver voor Neugebauer met 8748, brons voor Victor met 8711 punten.  

 

En Sven Roosen?

Die ging van meet af aan geweldig. Na een bijna pr op de 100 meter in 10.52 en pr’s op ver (7.56), kogel (15.10) en 400 meter (46.40), plus een dramatisch zwakke 1.87 bij hoogspringen, stond hij na dag 1 als negende geklasseerd met 4391 punten. Een paar punten minder dan na zijn eerste dag in Götzis waar hij die fraaie 8517 punten scoorde.

Zijn tweede dag was zeer solide. Na 13.99 op de horden, en een discus-pr van 46.88 bivakkeerde hij nog steeds op de negende plaats. Polsstokhoog viel met 4.70 lichtjes tegen, maar deed hem dankzij Warners en Skotheims in gebreke blijven naar de zevende plaats stijgen. Na goed speerwerpen (63.72) vond hij zichzelf terug op een vijfde plaats, achter Rooth die de kop had overgenomen, Neugebauer, Victor en Oiglane die na een worp van 71.89 sensationeel was opgerukt naar de vierde plaats.

De 1500 meter moest de beslissing brengen. Ging er weer een Nederlandse tienkamper op de Olympische Spelen op een prachtige vijfde plaats eindigen? Of mocht Roosen zelfs nog omhoog kijken? Hij was in principe een iets betere loper dan Oiglane. En hij hoefde maar 14 punten in te lopen op de Est – oftewel 2 seconden sneller te zijn.

Het Nederlandse record van Eelco Sintnicolaas (8539) kon hem niet meer ontgaan. En was 8600 punten zelfs mogelijk? Een tijd van 4.19.71 zou volstaan. Aanvankelijk bleven de twee bij elkaar in de buurt en zag het er naar uit dat een vijfde plaats het hoogst haalbare was. En dat de 8600 punten buiten bereik bleef. Maar in de laatste bocht volgde een ongehoorde versnelling die hem achter Kaul in 4.18.55 naar de finish bracht. Oiglane kon niet volgen en eindigde in 4.25.59.

Roosen vierde! Uniek!

 

Jammer genoeg kon Rik Taam niet imponeren. Een zestiende plaats met 8046 punten is onbevredigend. De eerste dag sloot hij nog behoorlijk af met 4227 punten (10.64, 7.27, 14.27, 1.93 en 47.73). Maar dag twee begon zwak met 14.78 en 39.31. Waarna 4.70, 57.08 en 4.24.82 niet genoeg waren voor een bevredigende score.  

Spijtig ook dat Pierce Lepage en Kevin Mayer niet konden meedingen. Maar heeft iemand nog aan ze gedacht toen de strijd eenmaal was begonnen?