Hinkstapspringster Floor Alessie: ‘Timing is alles’
door Michel van Eijkelenburg
In de Nederlandse atletiek neemt het hinkstapspringen geen prominente plaats in. We winnen er nooit internationale medailles mee, en soms wordt er een beetje onwennig tegen het onderdeel aan gekeken. Het speelt zich eigenlijk nogal in de marge af. Toch zijn er junioren die het hinkstapspringen (hss) fanatiek beoefenen en het een mooi onderdeel vinden. Zo iemand is de 19-jarige Floor Alessie van Attila uit Tilburg. Zij behoort tot de Nederlandse top, heeft internationale ambities en leeft volledig voor haar sport. Om eens te horen wat haar aantrekt in dit wat minder bekende atletiek-onderdeel spraken we met haar.
Waar ben je opgegroeid, en hoe ben je in de atletiek terechtgekomen?
‘Ik ben opgegroeid in de Reeshof in Tilburg en op mijn 12e jaar ben ik verhuisd naar Berkel-Enschot. Mijn ouders waren volleyballers op hoog niveau, dus ik groeide op met sport. Mijn opa en mijn oom deden aan atletiek.
Toen ik 4 was deed ik al mee aan een kids run, ik vond atletiek al gauw leuk. Toen ik 6 was ben ik meteen begonnen bij Attila als minipupil. En ik ben nooit meer met atletiek gestopt, heb ook nooit een andere sport overwogen. Ik heb atletiek altijd leuk gevonden en vind het nog steeds hartstikke leuk!’
Wat is de invloed van je ouders op jouw sportbeoefening?
‘Mijn vader (Jeroen Alessie, fysiotherapeut, docent, schrijver en trainer, MvE) is altijd mijn hoofdcoach geweest en dat is hij nog steeds. Dat mijn vader ook mijn trainer is vind ik fijn omdat hij mij goed kent en snapt hoe ik emotioneel in elkaar zit. Van hem krijg ik altijd de coaching die ik nodig heb. Natuurlijk botst het ook weleens, als ik thuis bijvoorbeeld iets teveel snoep of te laat naar bed ga. Meestal moet ik hem achteraf toch gelijk geven.’
Waarom heb je zo’n impopulair nummer gekozen?
‘Als kind zat ik nog in een algemene groep en deed ik dus alle onderdelen. Ik heb een tijdlang ook horden en speer getraind. Als D-junior deed ik bij een wedstrijd in Zoetermeer zomaar voor de grap een keer hss. Ik was toen niet snel maar had wel heel lange benen en dat helpt. Het lukte best goed, ik ging het echt leuk vinden en werd er steeds beter in, en toen dacht ik: dit wordt gewoon mijn onderdeel. Als 15-jarige was ik kennelijk een beetje opgevallen als verspringster en hinkstapspringster en werd ik door trainer Joep Janssen gevraagd bij het RTC (Regionaal Talententrainings Centrum) in Vught te komen trainen. Daar miste ik mijn eigen club wel, en toen er bij Attila ook een verspringgroep kwam onder leiding van mijn vader ben ik terug naar Attila gegaan. Intussen heb ik horden, speer en kogel losgelaten en doe ik alleen nog hss en ver. Hss is wel echt een moeilijk nummer. Je moet drie sprongen tegelijk maken, elke fase moet je goed timen en daarbij kan van alles fout gaan. Als de timing bij een van de drie fasen niet goed is, kan de sprong als geheel niet meer worden wat je had gehoopt. Het is een soort puzzel waarvan uiteindelijk alle stukjes in elkaar moeten passen.’
Heb je dus veel doorzettingsvermogen nodig?
‘Zeker. Maar het heeft ook mentaal wel eens tegengezeten. Nadat ik bij de NK senioren vierde werd met 12,21 meter en eerste stond op de juniorenranglijst, kreeg ik het gevoel dat men voor de NK U20 heel hoge verwachtingen van me had. Jij kunt dit makkelijk winnen, zeiden veel mensen. Dat blokkeerde me mentaal, ik stond gewoon te huilen en sprong heel slecht. Druk werkt helemaal niet voor mij, ik moet heel rustig en relaxed zijn.’
Hoe is je fysieke belastbaarheid? Want bij hss krijgt je lichaam flinke klappen.
‘In het begin was ik eigenlijk nog niet sterk genoeg en kreeg ik wel last van mijn knieën. Vooral de spieren rondom de knieën, enkels, bilspieren maar ook bovenbenen moeten sterk zijn om de klappen te kunnen opvangen. Daarvoor moet je veel krachttraining doen.
Daarnaast moet je de juiste techniek toepassen, en gaandeweg heb ik dat geleerd. Doordat je steeds sterker wordt en de techniek beter toepast wordt het steeds makkelijker. Ik heb er geen last meer van. Dat je de volgende dag je knieën voelt is niet heel gek. Dankzij de krachttraining zal het in de toekomst steeds makkelijker worden. Wegens de klappen die je krijgt doe ik in trainingen maar weinig hss. Het is te belastend om elke week te doen. Wel doe ik veel krachttraining en verspringtraining.’
Hoe ziet jouw normale trainingsweek eruit?
Maandag: algemene training
Dinsdag: lenigheid
Woensdag: verspringen
Donderdag: kracht
Vrijdag: horden / hinkstap
Zaterdag rustdag
Zondag: sprint en kracht
Wat zijn je mooiste successen tot nu toe?
‘Dat ik in het voorjaar van 2022 op Papendal mocht meetrainen vind ik eigenlijk mijn mooiste succes tot nu toe. Veel atleten hebben de droom om naar Papendal te mogen, ik ook. Dat daar mijn potentie werd gezien voelde als een erkenning van het onderdeel hss en waardering voor mijn jarenlang hard trainen. Dit betekende voor mij eigenlijk meer dan een medaille op een NK.
Op Papendal heb ik ook krachttraining gedaan bij Rogier Ummels, en nu bepalen hij en mijn vader samen mijn krachttrainingsschema. Sindsdien ben ik meer en intensiever gaan trainen, vooral kracht. Op Papendal hebben de mensen die er veel verstand van hebben me gezegd dat ik in de toekomst wellicht 14 meter kan gaan springen. Dat geeft me veel vertrouwen en motiveert me enorm.’
In 2021 won je een medaille bij NJK?
‘Ja, twee. Ik won in de U20 zilver op hss en brons op ver. En bij de NK indoor 2022 won ik brons op hss. Bij de senioren NK 2021 werd ik vierde met 12.21 meter. Daar sprong Maureen Herremans 13+ meter.
Bij de U20 sta ik nu tweede of derde van Nederland. Sica Verwasch springt circa 12.50m. Zij heeft veel meer snelheid dan ik en heeft een 18-pas aanloop. Ik doe maar 12-pas omdat ik nog niet sterk en snel genoeg ben.
Als hinkstapspringster heb ik potentie om veel te bereiken en dat maakt het interessant voor mij. Verspringen vind ik ook een heel leuk onderdeel en dat blijf ik ook doen, maar daarmee zal ik bij de senioren geen medailles halen.’
Sommigen zeggen dat het niet moeilijk is om in Nederland een hss-medaille te winnen, wat vind je daarvan?
‘Een beetje dom en ondoordacht. Als ze het zelf eens proberen mislukt het bijna altijd. In de U18 zie je al meer meiden bij het hss dus het wordt wel steeds populairder. Bij de NK krijgt hss tegenwoordig ook meer een prominente plek in het programma.’
Vind je dat er genoeg hss-wedstrijden zijn?
‘Ja, daar heb ik tenminste nooit problemen mee gehad. In competitie is er sowieso altijd hss, in grote wedstrijden ook. Hier bij Attila is ook vaak een hss-wedstrijd mogelijk als ik erom vraag. Maar ik doe vaker verspring-wedstrijden dan hss, omdat hss erg belastend is.’
Hoe combineer je school en sport?
‘Ik studeer aan de ALO in Eindhoven, en ik heb daar topsportregeling zodat ik lessen kan overslaan, toetsen kan verzetten en langer over de studie mag doen als dat nodig is. Ik zit aan het eind van het 2e jaar en heb tot nu toe alles nog gehaald ondanks dat de atletiek voor mij op nummer 1 staat. Ik kan mijn studie zodanig inrichten dat ik mijn atletiektrainingen voorrang kan geven.
In mijn opleiding zit ook veel sport en daardoor heb ik ’s avonds soms zware benen terwijl ik nog moet gaan trainen. Dan heb ik wel een zetje nodig om weer door te gaan, en dan zit er meestal nog wel meer in je dan je dacht. Soms doe ik eerst even een middagdutje als dat nodig is.’
Welke dingen doe je verder graag?
‘Ik ga soms met vriendinnen naar de bioscoop of lunchen, en bakken vind ik leuk. Maar verder doe ik na een zware trainingsweek lekker niks als ik vrij ben, ik kan echt doodstil op de bank liggen.
Sporten is mijn leven, alles draait om sport. Ik ga in het weekend met vrienden niet op een terras zitten. En in plaats van frites eet ik een yoghurtje, sommige mensen begrijpen dat niet altijd en dat is wel lastig. Als iedereen naar een feestje gaat en ik niet wordt dat soms niet begrepen.’
Wie zijn je voorbeelden in Nederland en daarbuiten?
‘Yulimar Rojas uit Venezuela (olympisch kampioene en wereldrecordhoudster, MvE) is mijn grote voorbeeld. Zij heeft door haar geweldige prestaties het hss onder de aandacht gebracht, mensen zijn er meer over gaan praten en het meer serieus gaan nemen: “Oh het is best knap wat zij doet”. Door haar wordt hss meer geaccepteerd en gewaardeerd, en dat vind ik mooi. Zij is ook heel lang, net zoals ik.
Verder was Christian Taylor lange tijd een voorbeeld voor me. Ik zag hem een keer springen bij de Diamond League in Brussel en ik dacht woow …
Wat moet je nog verbeteren?
‘Sprintsnelheid, kracht, timing, techniek. Eigenlijk dus alles! Techniek gaat al veel beter dan toen ik begon. Maar ik heb nog meer kracht en snelheid nodig om echt beter te worden, en dan komt de timing vanzelf wel. Bij hss ligt je piek pas vanaf je 25e jaar. Ik heb dus nog een lange weg te gaan voordat ik op mijn piek ben.’”
Wat zijn je doelen op de korte termijn?
‘Ik ben heel erg gericht op de lange termijn, nu heb ik nog niet het niveau om naar een internationaal kampioenschap te kunnen. Deze zomer wil ik gewoon lekker springen op de NK U20, NK senioren, en Harry Schulting Games. Op de NK U20 doe ik ook ver. Verspringen doe ik vooral bij avondwedstrijdjes en in de competitie.
Mijn pr verbeteren en medailles winnen is altijd leuk, maar het is niet mijn doel want dan leg ik mezelf teveel druk op. Ik moet dat loslaten, want vanuit ontspanning presteer ik het best. Tussendoor moet ik gewoon lekker kunnen praten en zo, dat heb ik ook nodig.’
Je doelen op de lange termijn dan?
‘Dat is de EK U23 over 3 jaar. Ik weet dat het in mijn potentie ligt om dat te halen. En als ik weet dat ik iets kan gaan bereiken heb ik er alles voor over.’
profiel Floor Alessie
Geboortedatum: 29 maart 2003
Lengte: 1.86 m
Gewicht: 65 kg
Huidig pr hss: 12.21 meter
Huidig pr ver: 5.67 meter