Olympische notities uit Tokio
Notitie 6, zondag 8 augustus, Geen woorden voor...
door Kees Sluys
- Natuurlijk. En terecht. Grote verhalen vrijdag in de pers over onze zilveren en bronzen meerkampsters Anouk Vetter en Emma Oosterwegel. Maar dan vooral over Vetter en haar moeilijke periode en haar terugkeer. Emoties!
Een beetje oranje bril is niet erg, maar dat in dagbladen als Volkskrant, AD, Parool en NRC/Handelsblad geen woord werd gerept over de magistrale tienkamp van Damian Warner en het wedervaren van zijn grote concurrenten Kevin Mayer en Niklas Kaul – bedenkelijk!
- Dobber, Agard, Van Diepen en Angela. Was deze samenstelling van de 4 x 400 ploeg voor de halve finale niet een beetje link? Moest Nederland om de finale te bereiken niet in de (althans theoretisch) sterkste opstelling met Bonevacia lopen? ‘De coaches bepalen’, het is de mantra van de atleten zelf. Het pakte nog goed uit ook. De vijfde plek in de eerste reeks, met een mooi maar zolangzamerhand ook wel verwacht record van onder de 3.00.00 minuten (2.59.06), bleek voldoende voor de finale.
- Het ligt aan het schoeisel, leek Marileidy Paulino met haar gebaren naar de camera te willen zeggen. Haar supersnelle Nike-schoenen wel te verstaan. De Dominicaanse werd tweede in 49.20 achter de superieure Shaunae Miller-Uibo (48.36).
- Je proefde de lichte irritatie in de stem van NOS-commentator Leon Haan toen hij vrijdagmiddag pas in de uitzending kwam na de presentatie van de vrouwen-estafetteteams in het stadion. Begrijpelijk, want presentator Jeroen Stomphorst en analist Gregory Sedoc zaten in de studio volstrekt onnodig lang door te kletsen alvorens live te gaan. ‘Dafne trekt echt wel het gas open,’ voorspelde Sedoc.
- Wetenschap is een groot goed, maar je vraagt je wel eens af waarom het met de toepassing ervan soms zo verkeerd kan gaan. Na afloop van de ternauwernood gehaalde finale op de 4 x 100 meter bij de vrouwen (donderdag), was er met KNAU-biomechanicus Paul Brice duchtig geanalyseerd waar de fout lag – en hoe het in de finale allemaal veel beter zou kunnen gaan. Het ging om de eerste wissel, waarbij Dafne Schippers flink had moeten inhouden. Helaas, vrijdagmiddag bij de finale bleek, althans voor de tv-kijker, dat Dafne zó snel weg was dat startloopster Nadine Visser haar helemaal niet meer kon bereiken.
- Niet dat Nederland aanspraak kon maken op een medaille, vervelend was het wel. Bijvoorbeeld voor derde loopster Marije van Hunenstijn. Op beelden van de NOS zagen we haar na het echec richting Schippers lopen. Die tikte, kennelijk om haar te troosten, met een hand op haar schouder – een beweging die door Van Hunenstijn boos werd afgeweerd. Waarop Schippers haar collega weer verontwaardigd wegduwde. Vermoedelijk waren de meeste kijkers hier op de hand van Van Hunenstijn.
- Eenmaal bij de microfoon van Jeroen Stekelenburg leken de gemoederen iets bedaard. Maar dat machteloze gepraat van ‘het is gewoon heel zuur’ was natuurlijk volstrekt onbevredigend. Dafnes ‘Ik had geen idee wat er gebeurde’ en ‘We moeten de beelden bekijken wat er fout ging’ klonken ook niet heel overtuigend. En al helemaal niet schuldbewust.
- Emoties en geïrriteerd wegduwen van een collega ook na afloop van de 4 x 100 meter van de mannen. Derde Britse loper Richard Kilty wilde slotloper Nethaneel Mitchell-Blake feliciteren met hun zilver. Maar die had zojuist Italiaan Filippo Tortu in de allerlaatste meter langszij zien komen: 37.50 om 37.51.
- Eigenlijk kon je er op wachten. Dopingverdenkingen in de richting van 100 meter-winnaar Lamont Marcell Jacobs. Hij die vóór dit seizoen nog nooit onder de 10.00 had gelopen, maar in Tokio met 9.80 triomfeerde. De hier eerder gememoreerde olympisch kampioen van 1980, Allan Wells, werd overigens met dezelfde aantijgingen geconfronteerd.
- In Offenburg hadden zich zaterdagmiddag vele fans verzameld om op groot scherm te kijken hoe stadgenoot Johannes Vetter eventjes het olympisch goud bij speerwerpen ging ophalen. Maar de gedoodverfde kandidaat (97.76) om het wereldrecord van Jan Zelezny (98.48) uit de boeken te wissen faalde opzichtig. De atleet met verreweg de beste seizoenprestatie (96.29) kwam niet verder dan de negende plaats met 82.52 en moest toezien hoe Neeraj Chopra, de man uit India, met 87.58 meter zegevierde.
- Toch wel opmerkelijk. Slechts twee donkere atleten in de finale van de 1500 meter mannen. Van hen won Keniaan Timothy Cheruiyot zilver, landgenoot Abel Kipsang werd vierde. Het twintigjarige fenomeen Jacob Ingebrigtsen bleek te sterk.
Voor Kenia begon het allemaal pas goed bij de Olympische Spelen van Mexico 1968. Toen zegevierde Kipchoge Keino. In een nog steeds achtenswaardige tijd van 3.34.9.
- Sifan Hassan. Twee maal goud en eenmaal brons. Wat moet je er nog van zeggen?
- De grote verrassing: Zilver op de 4 x 400 meter! In 2.57.18! Splittijden: 45.0, 43.7, 44.28 en 44.12.
Eigenlijk zijn hier geen woorden voor. Bonevacia, Agard, Van Diepen en Angela die maar anderhalve seconde achterblijven op de VS en gemiddeld 44.29/30 lopen. Het is bijna te bizar.
Heerlijk hoe de vrouwen (die even eerder in 3.23.74 prima als zesde waren geëindigd) met de mannen in omhelzing gingen. Ook fijn dat de medailles en de bloemen werden uitgereikt door middenafstandlegende/World Athletics-baas Sebastian Coe en 400/800 meter-fenomeen Alberto Juantorena.
- En dan, het slotstuk. Wie had verwacht dat Abdi Nageeye ons zou verrassen met het zilver op de marathon, 41 jaar na Gerard Nijboer in Moskou. Fantastisch hoe hij zijn Belgische vriend Bashir Abdi oppepte om na hem het brons te pakken.
Een grote felicitatie van baan-atletiek.nl aan onze atleten/atletes en de verantwoordelijken is op zijn plaats.
Notitie 5, vrijdag 6 augustus, Zilver & brons in Tokio!
door Kees Sluys
Hoe ver had Anouk Vetter de speer moeten werpen om Nafi Thiam van het goud af te houden – gesteld dat de 800 meter van beide atletes hetzelfde zou zijn verlopen? Nu bleef het bij een beste poging van 51.20 tegen Thiams 54.68 meter. Typisch een vraag voor de kniesoor.
Het uiteindelijke verschil tussen de Belgische kampioene en de Nederlandse nummer twee bedroeg 102 punten. Er was dus 103 extra nodig. Kijken we in de tabellen, dan zien we dat Vetter 56.46 meter had moeten werpen. Een afstand die ze, het is meermalen bewezen, in haar mars heeft.
Als. Als. Als.
Zilver op de olympische zevenkamp! Met een fraai nationaal record van 6689 punten. Wat een schitterende come-back!
En dan bronzen Emma Oosterwegel met 6590 punten. De 23-jarige meerkampster piekte perfect met persoonlijke records op de 100 meter horden, hoogspringen, 200 meter, speerwerpen en 800 meter. De zinderende en succesvolle achtervolging op haar Belgische belaagster Noor Vidts (ook zo’n relevatie) tijdens de afsluitende afstand deed denken aan al bijna vervlogen tijden: zevenkampster Dafne Schippers die bij het WK atletiek van 2013 in Moskou naar brons snelde.
Een nieuwe 9000-puntenman
Even dachten we dat Damian Warner misschien alleen maar was geïnteresseerd in de olympische titel – die hem met de slotafstand voor de boeg niet meer kon ontgaan. Waarom dat wandeltempo? Maar met 300 meter voor de boeg kwam dan eindelijk de forse versnelling die hem boven de 9000 punten bracht: 9018 punten. Vierde aller tijden achter Roman Sebrle, Ashton Eaton en Kevin Mayer.
Hoe zou het op dag 2 met de Franse wereldrecordhouder zijn gesteld? Horden was met 13.90 iets onder zijn niveau (Warner 13.46), op discus moest hij zelfs toegeven (48.67 om 48.08). Polsstokhoog ging redelijk (5.20 tegen 4.90), maar bij speer haalde Mayer geweldig uit: 73.09 tegen 63.44.
Het mocht natuurlijk allemaal niet baten. Warner bleef ongenaakbaar.
Na afloop van de 1500 meter leek Mayer zich al lang verzoend te hebben met zijn tweede positie (8726). Hij lachte en omhelsde. Achter hem liet de 21-jarige Ashley Moloney zien dat hij snel bijleert: 8649 punten. En ook Garrett Scantling voldeed met 8611 punten aan de verwachtingen. Het trio uit Estland stelde daarentegen zwaar teleur.
Notitie 4, donderdag 5 augustus, bizarre meerkamp in Tokio
door Kees Sluys, mmv Michel van Eijkelenburg
De tienkamp
Dat er tijdens een grote meerkamp rare dingen kunnen gebeuren is niet meer dan normaal. Maar wat zich op dag één van de olympische tienkamp in Tokio afspeelde kon geen mens vooraf bedenken.
Thomas vander Plaetsen die een poging bij het verspringen tijdens de aanloop onderbreekt, terugloopt, opnieuw richting balk gaat en voorover, op zijn buik, in de zandbak belandt. Even later wordt hij in een rolstoel weggereden. Weg potentieel mooie klassering.
Wereldrecordhouder Kevin Mayer, terecht euforisch over zijn 2.08 hoog, waarmee hij weer iets inloopt op de - net als in Götzis - furieus gestarte Damian Warner (10.12 / 8.24). Op de 400 meter blijft de Fransman echter opvallend achter, komt op het laatste rechte eind nog een beetje terug, maar finisht in een onbegrijpelijk zwakke 50.31. Ruim twee seconden boven zijn pr van 48.26 oftwel: 97 punten. In commentaren sprak men over rugklachten die hem zouden plagen. Tenzij er een wonder gebeurt (bijvoorbeeld in de vorm van hopeloos falen van Warner bij polsstokhoog) kan hij de zo hevig begeerde olympische titel vergeten. Een eerste dag-totaal van 4340 punten is voor zijn doen onder de maat.
En dan wereldkampioen Niklas Kaul, die aan een voor zijn doen uitstekende eerste dag bezig was. Persoonlijke records op 100 (11.22) en ver (7.36), minder kogelstoten (14.55), maar wel weer een prachtig pr op hoog (2.11). Greep hij, met een pr van 48.09 op zijn naam, de kans om flink in te lopen op Mayer? Niet dus. Na de eerste bocht stortte hij onverwacht ter aarde.
Was het dan toch de warmte? ‘Die is gewoon uitgeput,’ vermoedde de Belgische commentator.
Warner ligt na dag 1 met zijn fantastische 4722 bijna 400 punten voor op Mayer en kan de zege bijna niet meer ontgaan. Tenzij er op dag 2 weer gekke dingen gebeuren. Maar nummers 2 en 3 Ashley Moloney (4641) en Pierce Lepage (4529) moeten het niet van hun tweede dag hebben.
Amerika doet het met een vierde, zesde en zevende plaats vooralsnog niet slecht. Aanzienlijk beter althans dan tienkampland Estland dat met een veertiende (Johannes Erm), achttiende (Maicel Uibo) en eenentwintigste plaats (Karel Tilga) zwaar teleurstelt. Uibo’s 50.82 op de 400 meter ontlokte op Canvas het commentaar: ‘Uibo loopt trager dan zijn vrouw.’ Zijn vrouw? Voor wie het nog niet weet, dat is Shaunae Miller-Uibo.
Anouk eerste na dag 1
Vervelende zaken ook bij de zevenkampsters. Leek het er aanvankelijk op dat Katarina Johnson-Thompson haar achillespeesblessure aardig had overwonnen, op de afsluitende 200 meter ging het mis. Na de bocht moest ze opgeven. De rolstoel werd geweigerd, joggend ging ze naar de finish.
Een zinderend 7000 punten-duel met Nafi Thiam zit er nu niet meer in. Wel wierpen zich nieuwe medaillekandidaten op. Zoals Thiams steeds beter wordende landgenote Noor Vidts, die pr aan pr bleef rijgen.
Maar ook: Anouk Vetter. Na een fraai pr op de 100 meter horden (13.09), eindelijk weer eens een 1.80 hoog, 15.29 kogel en 23.81 op de 200 meter, staat zij met 3968 punten als eerste genoteerd. Thiam (slechts 24.90 op de 200 meter) moet dus nog even aan de bak, al bedraagt haar achterstand op onze landgenote maar 47 punten. Dat moet in principe geen probleem opleveren.
Enerverender wordt de strijd om zilver. Vidts staat 27 punten achter Vetter. Bij verspringen zijn de twee ongeveer gelijkwaardig. Speerwerpen moet voor Vetter het grote verschil maken. Maar dan, die verschrikkelijke 800 meter; het kan toch nog spannend worden.
In de race voor een mooie klassering is er natuurlijk ook nog Emma Oosterwegel. Met haar 3752 punten staat zij als elfde in de rangschikking. Ver, speer en 800 meter zijn aan haar welbesteed. Een trits van 6.20, 52.80 en 2.13.00 brengt haar naar 6500 punten en naar een mooie plek in de top tien.
Notitie 3, woensdag 4 augustus
- Leon Haan vertelde in zijn beknopte levensbeschrijving van de ongenaakbare 800 meterwinnares Athing Mu en passant onder meer dat ze saxofoon speelt. Ja, moet kunnen. Maar wat is de relevantie van de forse kop boven het verhaal over Lamont Jacobs in de Volkskrant: ‘Snelste man belt elke dag met zijn moeder en rijdt in een Fiat 500.’
- In datzelfde het stuk wordt gewag gemaakt van Jacobs’ overgang in 2019 van verspringen naar de sprint. De geschiedenis kent nog zo’n geval. In 1980, in Moskou, greep de Schot Allan Wells de olympische 100 metertitel. Ook hij was een weinig succesvolle ver- en hinkstapspringer, die een paar jaar voor de Spelen het roer drastisch had omgegooid.
De dubbele afstand werd bij deze door de VS geboycotte Spelen een prooi voor de Italiaanse legende Pietro Mennea, la Freccia del Sud (veel meer hierover in mijn boek ‘Van 10.6 naar 9.58).
- Karsten Warholms fabuleuze 45.95 doet speculeren over zijn ultieme mogelijkheden op 400 meter vlak. Ruim onder de 44.00 zou toch moeten kunnen? Zijn pr staat op slechts 44.87. Dat van zilverenmedaillewinnaar Rai Benjamin op 44.31.
Warholm begon overigens als tienkamper en was altijd al een mannetjesputter. In 2015 werd hij bij het EK onder 20 in Eskilstuna tweede met 7764 punten. Tussen de onderdelen door liep hij ook nog eventjes een serie 400 meter. Hij won daarop ook zilver, in 46.50.
- De schitterende prestaties bij de vrouwen op hethordennummer (51.46, 51.58, en brons voor Femke Bol in een Europees record van 52.03) geven aanleiding tot dezelfde speculaties: naar of onder de 49.00.
- Sommige ‘Nederlandse' namen komen over de hele wereld voor. Zo ook die van Bol. Australië vaardigde 800 meterloper Peter Bol af. In Nederland hebben we zevenkampster Anouk Vetter, in Duitsland speerwerper Johannes Vetter. Bij het kogelstoten mannen kwalificeerde Braziliaan Darlan Romani zich voor de finale. Hier te lande regeerde eind jaren vijftig, begin jaren zestig Jan Romani bij het kogelslingeren. Zijn in 1964 gevestigde nationale record van 59.35 bleef 19 jaar staan.
- Valpartijen en inhaalraces in beide series 5000 meter mannen en bij Hassans 1500 metersie. Het begint steeds meer op wielrennen te lijken.
- ‘Ik zeg 21.52.’ Uitstekende voorspelling van Gregory Sedoc. Elaine Thompson-Herah won het 200 meter-goud in 21.53.
Maar hij was dinsdagmiddag toch niet steeds helemaal bij de les. ‘Ik hoop op de finale,’ antwoordde hij op de vraag van presentator Jeroen Stomphorst wat Taymir Burnett op de 200 meter zou kunnen presteren. Een volstrekt irreële droom na diens 20.60 in de series. Maar dat het slechts 20.90 werd hadden we ook weer niet verwacht.
Ook bij het polsstokhoogspringen hoorden we iets vreemds. Na Menno Vloons falen op 5.70 meter werd er door presentator en analist achteraf gespeculeerd. Was de stap van beginhoogte 5.55 naar 5.70 niet te groot? Had Vloon niet op 5.60 of 5.65 moeten verder gaan? Alsof de atleten het voor het uitkiezen hebben.
In deze kolommen werd n.a.v. het WK in Doha 2019 al eens bepleit om niet alleen Sedoc (die voornamelijk uitweidt over de loopnummers) in de studio te noden, maar af en toe ook eens een Rutger Smith of een Rens Blom. ‘Advies aan StudioSport’ stond er boven het stuk. Het heeft (nog) niet mogen baten.
Notitie 2, maandag 2 augustus
- Kenia is een land van de midden- en lange afstand. Goede Keniaanse sprinters zien we zelden. Maar Ferdinand Omurwa wist in Tokio, met een mooi nationaal record van 10.00, door te dringen tot de halve finale. Als eerste Keniaan ooit.
- Nigeria is wél een sprintersland. Al komt het er niet altijd helemaal uit. Zo ook in Tokio; zat er weer eens een atleet, Enoch Adegoke, in de finale van de 100 meter – viel hij ruim voor de finish uit.
- Twee maal een verbetering van het Europese record op het koningsnummer: 9.84 resp. 9.80. Heel fraai van Lamont Marcell Jacobs, de toch wel zeer verrassende opvolger van Usain Bolt als olympisch kampioen op het koningsnummer. Maar wat te denken van de tijd van de voormalige verspringer (pr: 8.07) met zijn weinig Italiaanse naam, maar met origineel-Italiaanse dictie? BBC-analist Michael Johnson vond 9.80, met alle respect, eigenlijk niet kunnen. Wij voelen met hem mee. Toch gebeurt het vaker, zo’n ‘zwakke’ tijd. In Rio kwam Bolt tot slechts 9.81.
- Mooi dat Studio Sport zondag in de 19.00-uur uitzending n.a.v het koningsnummer een item wijdde aan Jacobs’ verre voorganger Bob Hayes, de superieure olympisch kampioen van Tokio 1964.
- NOS-commentator Léon Haan heeft het regelmatig over ‘de Nederlandse’ Nadine Visser, Sifan Hassan etc.
Eigenlijk een volstrekt onbelangrijk detail, maar het klinkt gewoon een beetje vreemd, overbodig.
- Ook niet echt van het hoogste belang, maar wel opvallend. De vele fraaie nieuwe tenues die door de atleten worden gedragen. In de ‘wedstrijd’ tussen de merken kiezen wij vooralsnog voor het (Nike)-tenue van Estland.
Opvallend detonerend was de uitrusting van de Australische hoogspringer Brendan Starc. De man met zijn mooie David Niven-snor droeg het groen en geel van zijn land, met daaronder zwarte sokken, gestoken in felrode schoenen. Hij eindigde met 2.35 meter overigens wel als vijfde.
- Eveneens bijzonder: JuVaughn Harrison (vijfde bij het verspringen met 8.15) die zevende werd met 2.33 meter. Hij vertoonde een opmerkelijke (polsstokhoog)-techniek: ‘inhurken’ na de afzet. Toeval dat hij op de universiteit kamergenoot van Armand Duplantis is geweest?
- Knap: na valse starts neemt de regie doorgaans onmiddellijk de juiste ‘zondaar’ in beeld.
- Waarom kunnen Nederlanders (mannen en vrouwen) niet goed hinkstapspringen? Ooit hadden we Wim Peters, die bij het eerste EK atletiek in 1934 kampioen van Europa werd. Zijn beste afstand, 15.48 meter, dateert van 1927.
Nadien was het behelpen. Roy Sedoc (vader van Gregory) passeerde in 1974 met 16.01 als eerste de 16.00 metergrens.
Bij de vrouwen werd zondag de langbenige Venezolaanse Yulimar Rochas olympisch kampioen met een nieuw wereldrecord van 15.67 meter. Méters verder dan de beste Nederlandse atlete dit jaar presteerde: Maureen Herremans die eind juni tot 12.98 kwam. Het Nederlands record van Brenda Baar dateert uit 2011: 13.51 meter.
Rojas’ wereldrecord is ook beter, om precies te zijn 1 centimeter, dan de beste seizoenprestatie (van oudgediende Fabian Florant) bij de Nederlandse mannen.
- Pogingen overslaan bij de springnummers is linke soep. Het was dankzij zijn betere tweede sprong dat Tentoglou met zijn 8.41 meter in de laatste poging het goud greep voor Echevarria met dezelfde afstand.
De finale was van matig niveau. En zoals altijd werd er weer regelmatig van ver vóór de balk afgezet. Het bracht de commentatoren op Eurosport tot de verzuchting dat het beter zou zijn om ‘te meten wat je hebt gesprongen’.
In deze kolommen werd al eens eenzelfde pleidooi gevoerd. Lees nog eens het artikel ‘Innovaties in de atletiek?’ van redacteur Piet Mosch d.d 28 september 2019.
- Hoe ambitieus is Elaine Thompson-Herah? Wie zoals zij in de halve finale op het laatst duidelijk inhoudt en niettemin 21.66 loopt, moet voor de finale toch wel Flo-Jo’s 21.34 in gedachten hebben?
Notitie 1, Zaterdag 31 juli
door Kees Sluys
- Jammer, Nederland vierde op de mixed estafette. In de serie liep het kwartet Jochem Dobber, Lieke Klaver, Lisanne de Witte en Ramsey Angela een tijd van 3.10.44. Voor de finale werden Dobber en De Witte vervangen door Bonevacia en Bol. Je zou zeggen: dat gaat minimaal een seconde schelen. Tijd evenwel: 3.10.36.
Ging er ergens toch iets niet helemaal goed?
- Wie kan de 19-jarige Athing Mu afhouden van het 800 metergoud bij de vrouwen? Wat een gemak, wat een souplesse.
- Er zijn nog steeds maar weinig niet-donkere atleten die de 100 meter onder de 10.00 kunnen lopen. Maar Australiër Rohan Browning, met een pr van 10.16, doet een gooi. Hij won de laatste serie in een veelbelovende 10.01. Gaat hij het dan doen?
- Zouden we op de 100 meter eindelijk eens wat mogen verwachten van de in de VS trainende Divine Oduduru? Helaas, de 24-jarige Nigeriaan met een pr van 9.86 (2019) die bij het WK in Doha hopeloos faalde, kreeg het ook in Tokio niet voor elkaar. Diskwalificatie na een valse start in de vijfde serie.
- Dubbeltalent JuVaughn Harrison faalt vooralsnog bepaald niet. Hij drong als beste Amerikaan door tot de finales bij hoog- (2.28) én bij verspringen (8.13).
- ‘I love my country,’ schreeuwde discuswinnaar Daniel Stahl, de Zweedse vlag boven zijn hoofd houdend, na zijn discustriomf. ‘I am a Swedish Viking!’
- Nederland haalde Laurent Meuwly weg uit Zwitserland om hier de sprint, 400 meternummers en estafettes verder te ontwikkelen. Maar kennelijk beschikken ze in het Alpenland over meer coach-talent. Twéé Zwitserse vrouwen mochten hun opwachting maken in de zo fraai door Thompson-Herah gewonnen 100 meterfinale! Ajla del Ponte (ja, ook wel trainend op Papendal) vijfde in 10.96 en Mujinga Kambundji zesde in 10.99.
We lopen toch een beetje achter.