Het sport-DNA zit bij Ilse Steigenga in de genen
door Bert Vreeswijk, met foto's van o.a. Ed Turk
Tien jaar was verspringster Ilse Steigenga toen ze voor het eerst een atletiekbaan betrad. Het kon ook niet anders dan dat zij de atletieksport zou omarmen, want bij de hele familie Steigenga neemt sport een prominente plaats in. Vader Sierd, getrouwd met een Poolse vrouw, was in zijn tijd een zeer goede amateurwielrenner en schaatser, Ilse’s 5 jaar oudere zusje Nicole is een goede profwielrenster en in de familie zijn er fervente hardlopers die bij AV Horror hun kilometers maken. En dan lees je in de Amerikaanse indooratletiek-uitslagen van eind december 2022 opeens dat deze jonge Friese dame bij het verspringen vriend en vijand verraste met een afstand van 6.55 meter. Daarmee bleef ze slechts 27 centimeter verwijderd van de olympische limiet voor de Spelen van Parijs!
Wie is deze talentvolle jonge atlete en wat kunnen wij in de toekomst nog meer van haar verwachten?
Ilse, jij hebt het laatste jaar flinke stappen gezet op het onderdeel verspringen en verbeterde je pr met maar liefst 53 cm tot 6.55 meter. Is daar een verklaring voor en wat vindt jij zo mooi aan verspringen?
‘Ik denk dat de trainingen van de laatste twee jaar eindelijk samen zijn gekomen. De nieuwe traininingsomgeving in Amerika had tijd nodig. Nu, in mijn derde jaar, merk ik dat ik gewend ben aan de trainingsaanpak van de coach, de omgeving en het atletiekteam. En weet ik hoe ik daar mee om moet gaan. Dat geeft nu het mooie resultaat. Het leuke aan verspringen vind ik dat het een combinatie is van een sprint en springen. De aanloop is een groot deel van de sprong en de tijd die je in de lucht hebt bij een goede sprong is gaaf. Je weet zelf al gelijk na de afzet dat het een verre sprong is.’
Hoe ben je in aanraking gekomen met de atletieksport, wie stimuleerde je daarin en hoe oud was je toen?
‘Mijn oom en tante zijn altijd fanatieke hardlopers geweest. Wanneer zij een wedstrijd hadden waarbij mijn nichtjes ook een kidsrun zouden doen, dan zei mijn vader dat ik ook wel mee kon doen. Ik vond lange loopstukken verschrikkelijk, haha.
Uiteindelijk, toen ik 10 jaar was, ben ik een keer meegegaan naar een atletiektraining van mijn nichtje en sindsdien doe ik atletiek. Het veelzijdige vond ik erg leuk en het sprinten lag me duidelijk beter dan die kilometer.’
Welke trainers hebben voor jou de basistraining verzorgd; en had je bij de jeugd op je club een leuke tijd?
‘Ik denk na ongeveer een jaar op atletiek te hebben gezeten, dat Wim de Wolff mijn trainer werd. Wim heeft mij tot het moment dat ik naar Amerika ging getraind in een meerkampgroep binnen de club. Ik had een hele leuke tijd bij AV Horror. We hadden een leuke grote groep van leeftijdsgenoten, wat het trainen ook gezellig maakte! Tussendoor ben ik nog een paar jaar bij AV Lionitas gaan trainen omdat Wim de Wolff daar trainer werd. Daar kwam ik in een andere groep waar de leeftijdsverschillen wat groter waren. Dit heeft mijn keuze om naar Amerika te gaan misschien ook wat makkelijker gemaakt, omdat ik wist dat ik daar met meer leeftijdsgenoten zou komen te trainen.’
Was jij op de middelbare school een enthousiaste leerling tijdens de sportlessen en had je toen al een voorkeur voor bepaalde sporten?
‘Ik kan wel zeggen dat ik gym niet de ergste les vond om te volgen. Alleen kon ik mij soms wel ergeren aan klasgenoten die wat minder fanatiek waren. Ik vond de individuele lessen dan vaak ook wat leuker. Ook al was volleybal wel mijn favoriete gymles.’
Quote
‘Ast kânsen krijst, moatst dy gripe’
Ilse Steigenga
Je bent/was ook wel een liefhebber van de meerkamp (zie profiel). Ben je van plan om, als het in je programma uitkomt, nog af en toe aan een meerkamp deel te nemen?
‘Ja! Ik heb 2,5 jaar geen meerkamp gedaan tot aan 2022, na mijn eerste jaar studie in Pittburgh. Ik vond het verspringen soms wat eentonig en als het even niet mee zit kan dat frustrerend werken. Door een blessure van een teamgenoot werd ik gevraagd of ik nog interesse had om een meerkamp te doen en dat wilde ik graag. De variatie die bij de meerkamp hoort ervaar ik als heel leuk. Als het ene onderdeel even niet mee zit kun je dat sneller van je afzetten, om je de volgende dag op een volledig nieuw onderdeel te gaan concentreren. Dit seizoen ben ik daarom ook van plan de meerkamp te doen en daarnaast het verspringen. De meerkamp geeft een goede basis voor het verspringen en ik zou het heel jammer vinden om geen meerkamp meer te doen. Waarschijnlijk zal ik na het Amerikaanse seizoen aan de universiteit wel wat meer de focus leggen op het verspringen om mee te kunnen doen aan toernooien.’
Jouw universitaire studie psychologie in Amerika (met minor bewegingswetenschappen), is dat goed te combineren met topsport? En hoeveel uren per week ben je gemiddeld op de atletiekbaan en in het krachthonk te vinden?
‘De studie en het sporten gaan heel goed samen in Amerika. Je bent als student-atlete vaker een uitzondering en dat maakt het reizen in het seizoen makkelijker, want de docenten snappen dat je soms wat langer tijd nodig hebt of afwezig bent tijdens sommige lessen. Alsnog is het wel aanpoten als we 3 tot 4 dagen per week weg zijn, en de hele dag op de atletiek baan zijn. We trainen in het seizoen gemiddeld 16 uur per week; 3 x per week krachttraining en 6 x baan-training. In het najaar is dit minder, doordat de universiteit zich aan bepaalde regels moet houden die opgesteld zijn door de NCAA. Dan doen we vooral conditiewerk om met een goede basis aan de specifieke trainingen te beginnen.’
Na jouw 6.55 kijkt iedereen natuurlijk met veel interesse naar jouw prestaties. Aan welke verbeterpunten ga je de komende periode werken samen met je coach/trainer?
‘We hebben gezien dat mijn sprintsnelheid flink is verbeterd vergeleken met vorig jaar rond deze tijd en dat willen we natuurlijk blijven verbeteren. Ook in de landingsfase van mijn sprongen kan nog veel verbeterd worden. En ook algemeen sterker worden blijft een verbeterpunt.’
Droom je wel eens stiekem van deelname van de Olympische Spelen? Want je bent nu nog maar slechts een ‘schoenmaat’ (27 cm.) verwijderd van de 0lympische verspringlimiet, die staat op 6.82 meter.
‘Natuurlijk droom ik erover om daar ooit aan mee te mogen doen. Ik denk dat bijna elke atleet dat doet. Het leek altijd zo onwaarschijnlijk, wat het trouwens nog steeds is, maar nu lijkt het wel meer binnen bereik en iets wat over de komende vier jaar hopelijk steeds dichterbij gaat komen. Na het springen van mijn nieuwe pr heb ik wel wat meer vertrouwen in mezelf gekregen en durf ik voorzichtig de Spelen van 2028 wel op mijn doelenlijst te zetten.’
Jouw zusje Nicole (25) is inmiddels profwielrenster in de UCI-ploeg AG Insurance-NXTG en rijdt momenteel goede uitslagen in het wielrennen. Hebben jullie als topsporters nog regelmatig contact met elkaar en waar praten jullie dan over?
‘Ja! Gelukkig wel. We hebben het allebei wel druk en met het tijdverschil is het soms ook wat lastiger – ook als Nicole nog eens 5 uur op de dag op de fiets zit – maar we bellen regelmatig. Meestal praten we over hoe de trainingen gaan of wedstrijden op dat moment. Maar ook over hele simpele dingen die niet zoveel met het sporten te maken hebben. We hebben wel dezelfde humor, dus dat is altijd leuk.’
Quote;
‘We lykje op elkoar en kinne it goed mei elkoar fine’
Ilse Steigenga
Ilse, hoe ziet een gemiddelde trainingsweek in het voorseizoen er grof gezien uit?
Maandag: springen, werpen + kracht
Dinsdag: horden/sprint en tempo’s
Woensdag: hersteldag (plyo’s, yoga, of werpen) + kracht
Donderdag: horden/sprint en 800 training
Vrijdag: springen en werpen + kracht
Zaterdag: rust of extra loopwerk (heuvels, trappen)
Zondag: rust
Kun je iets meer zeggen over je kracht- en snelheidstraining, en wat is/zijn jouw favoriete oefening(en) voor het verspringen?
‘We hebben sinds dit jaar een nieuwe krachttrainer en ik merk dat zijn manier van aanpak mij goed ligt. Hij is gespecialiseerd in atletiek en veel oefeningen zijn bewegingen die je terugvindt in onze technieken en loopwijze. Voor de snelheid doen we in de winter veel basisoefeningen om onze houding tijdens het sprinten op orde te hebben, daarnaast doen we ook veel weerstandsprintjes. Tijdens het verspringen vind ik het leuk als we met een verhoging bij de afzet springen. Hierbij wordt je tijd in de lucht iets verlengd en voelt het net alsof je even zweeft. Dat gevoel wil je in de wedstrijd ook hebben.’
Wie is momenteel jouw coach/trainer en van wie heb jij veel geleerd in het verleden?
‘Momenteel word ik gecoacht door Coach Zo (Alonzo Webb III), hij is de jump- en multicoach van de Universiteit van Pittsburgh. In het verleden heb ik veel geleerd van mijn oud-trainer Wim de Wolff, die mij de basis heeft bijgebracht en mij tot de Nederlandse juniorentop heeft gebracht! Ook heb ik veel opgestoken van mijn oudere zus en ouders natuurlijk. Doordat mijn vader en zus altijd aan het wielrennen waren, voelde het altijd “normaal” om veel te sporten, maar ook om door te zetten en het plezier in sporten te vinden.’
Hoe houd jij je lichaamsgewicht in balans (niet onbelangrijk voor een verspringster!) en volg je bijvoorbeeld een vast dieet, of eet je wat de pot schaft?
‘Ik houd mij niet aan een vast dieet. Ik probeer om elke dag drie goede maaltijden binnen te krijgen met de nodige groenten, eiwitten en koolhydraten. Na de krachttraining zorg ik ervoor om een proteïne shake te nemen. Omdat ik niet zoveel van vlees houd mis ik nogal wat eiwitten die aangevuld moeten worden. Voor de rest kan ik heel erg genieten van lekker eten en zolang de basis goed is, vind ik dat dat dan ook weleens mag.’
Wat vind jij van de nieuw ingevoerde reglementen (plasticine aanpassing) en dat de beste 3 verspringsters nog ‘finale’-pogingen krijgen?
‘Het nieuwe reglement vind ik dubbel. Ik weet denk ik niet zo goed wat ik ervan vind. Aan de ene kant maakt het de wedstrijden eerlijker. Soms zijn sprongen vals ongeldig of juist geldig en dat zou nu minder moeten zijn. Aan de andere kant zijn er ook video’s van herhalingen waardoor je zou denken dat een poging geldig is, maar door de aanpassing is het ongeldig.
Toen dit bijvoorbeeld gebeurde op het WK indoor bij Maryna Bekh-Romanchuk was dat wel frustrerend, maar ik denk dat het op een gegeven moment ook zal wennen. Wat betreft de ‘finale’-pogingen in het verspringen – daar ben ik geen grote voorstander van. Ik snap dat het voor de tv een leuke showdown kan zijn, maar het voegt niks toe aan de sport! Je hebt 3 of 6 pogingen en ik vind dat je dan niet de podiumplaatsen van een laatste poging moeten laten afhangen.’
Tot slot, wil je nog iemand bedanken die veel voor je (heeft) betekend bij het beoefenen van jouw sport?
‘Ik zou dan graag mijn ouders en familie willen bedanken voor het altijd supporten, helpen, en mee gaan naar alle trainingen en wedstrijden. Zij zijn altijd er altijd voor mij geweest en daar ben ik hen dankbaar voor’
Profiel van verspringster Ilse Steigenga
Naam: Ilse Steigenga
Geboorteplaats: Exmorra
Geboortedatum: 04-10-2002
Lengte en gewicht: 1,75 m. en 60 kg.
Opleiding: Studie aan de University Pittsburgh, Amerika
Specialisatie: Verspringen
Titels: verspringen NK outdoor 2022
Trainers/coaches: Coach Zo (Alonzo Webb III)
Sponsors: geen
Beste boek: Ik hou van misdaadboeken, maar lees op dit moment ‘Untamed’ van Glennon Doyle
Favoriete muziek:Echt van alles wat
Mooiste film: Ik ben meer van de series, en dan staat ‘Friends’ bovenaan
Favoriete eten: Verse Pierogie (ongerezen deeg met verschillende vulling) door mijn Poolse oma.
Grootste voorbeelden: Ivana Vuleta, Katarina Johnson-Thompson
Doelstelling korte en lange termijn: constant blijven springen en deelnemen aan het EK U23 (korte termijn); op lange termijn zou ik graag op internationale toernooien willen staan en ooit de Olympische Spelen
Persoonlijke records
Outdoor Indoor
100 m. 12.67 60 m. 7.84
200 m. 25.60 200 m. 26.99
100 m. h. 14.80 60 m. h. 8.77
800 m. 2.22.54 800 m. 2.27.00
Hoog 1.60 Hoog 1.58
Ver 6.02 Ver 6.55
Kogel 10.87 Kogel 10.15
Speer 31.30
7-kamp 5079 pnt. (sen.) 5-kamp 3629 pnt.
7- kamp 4534 pnt. (jun. A)