Van Gerda Kraan naar Femke Bol

 

door Guus Mater

 

In de eerste olympische week heeft Gerda Kraan haar debuut gemaakt op X. Een nichtje feliciteerde de vroegere atlete met haar 91ste verjaardag. Warme gelukwensen van wildvreemden waren haar deel.

Gerda Kraan werd in 1962 in Belgrado Europees kampioene op de 800 meter (2.02.8) met twaalf meter voorsprong. Waltraud Kaufmann (DDR) en Olga Kazi (Hon) werden in 2.05.0 tweede en derde. Het was het absolute hoogtepunt in de carrière van de atlete van De Bataven uit Leiden, die gewoon hard liep naast haar baan als politie-agente in Den Haag.

Het waren tijden dat de Nederlandse atletiek niet al te veel voorstelde. Naast de titel van Kraan was er in Belgrado de tweede plaats voor discuswerper Cees Koch, een pionier in zijn specialisme,  die wel als de vader van de krachttraining in ons land kan worden beschouwd. Ook was er nog het brons van Tilly van der Zwaard op de 400 meter. Dat was het, qua ereprijzen.

Twee keer deed Kraan mee aan de Olympische Spelen. Die optredens waren geen succes. In Rome (1960) werd ze in de series uitgeschakeld. Vier jaar later eindigde ze in Tokio in de finale als zevende. Ze was in de nacht voor de eindstrijd ziek geworden, zoals haar nichtje Kirsten Verdel op X in herinnering bracht.

Er was in de jaren vijftig wel wat moed voor nodig om als vrouw een wedstrijd over 800 meter te lopen. Het nummer stond in 1960 weer op de olympische agenda, nadat het bij de introductie van vrouwenatletiek op de Spelen in 1928 onmiddellijk was afgevoerd.

De mannen die het in de atletiek voor het zeggen hadden vonden het beeld van uitgeputte loopsters niet prettig. Ze verzonnen daarbij allerlei argumenten om het onderdeel te schrappen. In de jaren vijftig werd aarzelend besloten dat vrouwen meer dan een halve stadionronde mochten lopen. Nederland stemde aanvankelijk tegen.

 

Mysterieuze Sin

Een tijdgenote van wie Kraan nooit wist te winnen, was de mysterieuze Sin Kim Dan. Dat was een Noord-Koreaanse atlete die als eerste de 800 meter in minder dan twee minuten aflegde. Haar beste tijden op de 400 en 800 meter waren 51.2 en 1.58.0.

Aangezien Noord-Korea geen lid was van de IAAF werden die tijden niet erkend, met uitzondering van de 51.9 die ze in 1962 in Pyongyang liep. Tijdens de Gebroeders Znamensky Memorial in Moskou nam Kraan het enige keren op de 400 en de 800 meter tegen haar op. Na 1967 is Sin (geboren in 1938), over wier sekse twijfels bestonden, niet meer in het openbaar verschenen.

 

Wachten op Femke

Het duurde na Kraan niet heel lang voor zich een opvolgster aandiende, in de persoon van Mia Gommers, die bij de Olympische Spelen van Mexico 1968 prachtig derde werd. Daarna bleef het lange tijd stil voordat Nederland op de 800 meter weer een atlete van wereldniveau had.

Het duurde na Kraan heel lang voordat Nederland op de 800 meter weer een  atlete van wereldniveau had. Het goud van Ellen van Langen in 1992 ligt vanzelfsprekend verser in het geheugen dan de verrichtingen van Kraan. De twee-minutengrens was geen probleem: 1.55.54 was de winnende tijd in Barcelona.

Opnieuw drie decennia speelt Nederland geen enkele rol meer. Van Langen inspireerde klaarblijkelijk niet. Evenmin als Yvonne Hak, die in 2010 (na doping van de Russische winnares Maria Savinova) de prestatie van Kraan evenaarde.  

Dat is toch merkwaardig. De 400-metergroep van Papendal behoort tot de wereldtop, op de 800 meter heeft Nederland geen olympische deelneemster. Sifan Hasaan (pr: 1.56.81) is echt wel in staat onder de twee minuten te lopen maar heeft andere prioriteiten.

Het is wachten op Femke Bol. Als Bol op de 400 meter horden alles heeft gewonnen (olympisch goud en wereldrecord) kan ze zich richten op de 800 meter. Of ze interesse heeft over te stappen op het nummer dat snelheid en tactisch vernuft vereist, daarover zwijgt ze vooralsnog. In haar begeleidingsteam wordt wel met de gedachte gespeeld de absolute topvrouw van de Nederlandse atletiek een zetje in die richting te geven.