Noor Vidts vindt aansluiting bij top meerkampwereld

door Bert Vreeswijk

Definitieve doorbraak   

Noor Vidts’ definitieve doorbraak op de zevenkamp kwam in 2017 in het Oostenrijkse Götzis tijdens de Hypo Meeting tot stand, waar zij voor de eerste maal de 6000 puntengrens wist te slechten (6024). Datzelfde jaar wist ze ook de bronzen plak (5728) te halen op de Universiade van Tai Pei. Het jaar daarna stagneerde haar ontwikkeling enigszins. Noor: ‘In 2018 blesseerde ik mij aan mijn rug in Götzis, de week voor het EK in Berlijn brak ik ook nog eens mijn rechterpink, maar besloot ondanks deze beperkingen toch deel te nemen.’ Toch wist ze in 2019 haar PR nog verder aan te scherpen tot 6192 punten. De ervaring om deel te nemen aan een topcompetitie zoals een EK bij de senioren heeft een belangrijke impact in haar carrière gehad.

Noor: ‘Nafi is een “supermadam”, laat alle aandacht maar naar haar gaan dan kan ik rustig mijn eigen ding doen’  

In 2016 droomde Noor Vidts er al van om Nafi Thiam in 2021 voor de tweede keer de Olympische meerkamptitel te zien winnen. Maar dat ze er zelf als meerkampster 4^e zou worden en haar PR met ruim 377 (!) punten zou verbeteren tot een respectabele score van 6571 punten, en slechts 29 punten verwijderd van het brons van onze Emma Oosterwegel, had ze nooit durven dromen. Vidts werkte gestaag door aan haar prestatie-ontwikkeling onder de bezielende leiding van haar coach/trainer Fernando Oliva. Een combinatie die perfect werkt. 

Noor: ‘Dat Belgische record pentathlon was van Nafi Thiam (4904 punten). Dat is niet zomaar iemand, dat maakt het voor mij zo speciaal’ 

In 2022 won Noor Vidts geheel onverwachts in Belgrado de wereldtitel indoor-vijfkamp met een nieuw Belgisch record van 4929 punten. Het oude record stond op naam van niemand minder dan tweevoudig Olympische- en wereldkampioene Nafi Thiam, die in 2021 het oude Belgische record (4867) van Tia Hellebout aanscherpte tot 4904 punten. Na afloop van haar wereldtitel reageerde een opgewekte Noor Vidts, dat ze haar prestatie ‘te zot vond voor woorden’.                                                                                                           

Ook wij van baan-atletiek.nl vinden de meerkampontwikkeling van Vidts héél bijzonder en vonden dat reden genoeg om haar en haar coach Fernando Oliva in de aanloop naar het WK en EK van dit jaar een aantal vragen voor te leggen.  

Noor, ik heb begrepen dat je op jonge leeftijd (6-7 jaar) bij de Vilvoorde Atletiek Club bent begonnen en daarnaast ook basketbalde bij de cadetten.

‘Ik heb gebasket vanaf mijn 6 of 7 jaar tot mijn 18e jaar. Eerst in Vilvoorde bij de jongens, dan in Mechelen aangezien er geen meisjesploegen in Vilvoorde waren en ik niet meer met jongens mocht spelen, en mijn laatste jaren in Boom.’
 

Wat maakte dat je uiteindelijk toch voor de atletieksport koos, want je balde ook al op een behoorlijk hoog niveau.

‘Ik vond beide sporten enorm tof, maar besefte dat ik ze niet meer ging kunnen combineren wanneer ik naar de Universiteit ging. Ik had al van een aantal jeugdkampioenschappen atletiek kunnen proeven en dat waren telkens superleuke ervaringen. Ik besefte dat ik misschien aan wel meer internationale wedstrijden zou kunnen deelnemen, terwijl dit in de basket minder evident leek.’

Jij studeert voor bio-ingenieur en zit in je laatste jaar. Dat lijkt mij een pittige studie, wat moet ik mij daar bij voorstellen? Welke vakken volg je en waar hoop je uiteindelijk werk in te vinden? En is de combinatie studie met je topsportleven goed te doen voor jou?

‘Bio-ingenieurswetenschappen is enorm gevarieerd, alle wetenschapsvakken komen aan bod: wiskunde, fysica, chemie, biologie, aardwetenschappen. In de master heb ik voor de afstudeerrichting ‘Biosysteemtechniek: Human Health Engineering‘ gekozen. Hier kijken we vooral naar de menselijke systemen en technieken om op deze systemen toe te passen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, maar ook in sport (voorbeeld: monitoren van hartslagpatiënten, maar ook hartslag monitoren in sportsituaties (bij racepiloten bijvoorbeeld).

We krijgen dus vakken als anatomie en fysiologie, maar ook vakken waar modelleren en programmeren aan bod komt. Zelf zou ik graag in de sport blijven als soort van sportingenieur. Ik heb mijn vijf jaar durende studie over acht jaar gespreid om toch wat meer tijd te hebben voor mijn trainingen, maar ook kinésessies en voldoende rust te hebben. Het is niet altijd even gemakkelijk (geweest), zeker in bijvoorbeeld de examenperiodes waar we vaak de training load een beetje moesten terugschroeven. Maar uiteindelijk is het wel telkens vlot gelukt. Ik vind het sowieso wel een meerwaarde om sport en studie te combineren, enerzijds om mij ook cognitief te blijven ontwikkelen en anderzijds om afleiding van de sport te hebben. Ik heb al mijn vakken nu al afgewerkt en ben enkel nu mijn master- thesis nog aan het afwerken dit jaar.’

Jouw grote voorbeeld en bewondering gaat duidelijk uit naar Nafi Thiam. Maar nu jouw prestatie-ontwikkeling zich zo mooi doorzet ga jij in mijn ogen duidelijk ook een sportieve ‘bedreiging’ voor Nafi vormen.  Zal dat voor jou ook meer druk gaan geven? Hoe kijk je daar zelf naar? Zijn jullie overigens echte vriendinnen?

‘Ik ben vooral gericht op mezelf: ik wil mezelf proberen blijven verbeteren en proberen mijn eigen grenzen te verleggen. Met andere atleten ben ik niet bezig. Welke plaatsen of punten me dat uiteindelijk zal opbrengen, dat zal ik na de competities dan wel merken. Ik kom heel goed overeen met Nafi en vind het ook heel mooi dat wij Belgen het zo goed doen in de meerkamp. Maar het is niet zo dat we buiten competities met elkaar afspreken.’

Dit jaar is een belangrijk atletiekjaar. Eerst het WK half juli in Eugene en een maand later het EK in München. Hoe werken jij en Fernando richting WK en EK? En ga je er onbevangen naartoe, want door jouw geweldige prestaties wordt er wel iets van je verwacht in België?  

Coach Fernando Oliva:

‘Ieder jaar is een belangrijke competitie, dit jaar vanwege uitstellingen zijn er twee. Het proces gaat gewoon door, ‘prepareren en realiseren. De planning is niet zozeer georganiseerd om aan beide competities te nemen als einddoel maar wel om competitief te zijn. Noor haar accenten zijn altijd gerelateerd aan gezond zijn & techniek & skills. De verwachting van de omgeving is altijd aanwezig geweest, het gaat om deze verwachtingen te vervullen, het gaat om de weg ernaartoe. Kort samengevat, we doen niets anders dan wat we vroeger deden: gebruiken de wetenschap in functie van beter worden en luisteren naar het lichaam.’
 

Als ik jouw tijd (2.08.81) op de 800 meter bekijk en dat na 6 onderdelen op de meerkamp, dan denk ik dat jij het op dat nummer bij specialisatie ook goed zou doen. Ik las zelfs dat je wel eens voor de keuze hebt gestaan om voor de 400 meter horden te kiezen, want ook dát zou jij voortreffelijk kunnen. Kriebelt dat nog wel eens?

‘Ik heb nooit voor de keuze gestaan een andere discipline te doen dan de meerkamp, ik hou enorm van de variatie. Maar moest ik om één of andere reden toch geen meerkamp meer kunnen doen, dan zou mijn voorkeur misschien wel naar de 400 horden gaan. Het is een beetje de “meerkamp van de sprintnummers” waarbij ook snelheid, uithouding, coördinatie, pasritme nodig zijn.’

Als ik jouw zevenkamp analyseer, dan kun je met name op het speerwerpen (PR 41.80 m) nog flinke stappen maken. Waar zien jij en Fernando mogelijk nog meer verbeterpunten in de andere disciplines?  Want ik neem aan dat je op de Olympische Spelen in Parijs echt wil schitteren.

Coach Fernando Olivia:

‘Voor mij is dat het management van het lichaam, vanwege alle impacten van de meerkamp. Maar ook in het acceleratievermogen en de basissnelheid van Noor zit nog rek genoeg.’

De zevenkamp is een slijtageslag, en je bent twee dagen 7, 8 uur op en rond de baan. Hoe ga je daar mee om en heb jij daar een bepaalde strategie voor bedacht? Kun je jezelf ook goed ‘resetten’ nà en vóór elke discipline, ook bij een wat tegenvallende prestatie?

‘Het feit dat we telkens de volle twee dagen mogen doen wat we graag doen vind ik net heel leuk aan de meerkamp. Ik geniet echt van die twee dagen op de atletiekbaan. Samen met Fernando heb ik veel gewerkt op “mindset” en het discipline per discipline te gaan bekijken. Ik sta op de wedstrijd met de gedachte dat ik de beste vorm heb die op dat moment mogelijk is en concentreer me elk nummer opnieuw op de keypoints die we besproken en ingeoefend hebben.’