Bewegingsscholen voor de jeugd
door Bert Vreeswijk, foto's Hans Mosselman
De coronapandemie heeft grote impact op het bewegingspatroon van de jeugd. Die zit nu veelal aan huis gekluisterd en houdt zich bezig met Gamen mobiel bellen met apps, Facebook en Netflix kijken. En het wordt er niet beter op nu ook gymzalen, sporthallen en zwembaden al lange tijd zijn gesloten. Al die inactiviteit kan grote gevolgen hebben voor de lichamelijke ontwikkeling en gezondheid van de opgroeiende jeugd.
De mens is gemaakt om te bewegen en niet om te zitten
Stilzitten is al jarenlang de norm in het onderwijs. Zo bleek uit onderzoek van TNO over bewegen in Nederland in de periode 2000-2013 dat kinderen in de leeftijdsgroep van 4 tot 17 jaar 8,1 uur zitten op een schooldag, en 4,3 uur op een niet-schooldag. Ik noem dat de ‘zitziekte’ in het onderwijs en dit werkt de bewegingsarmoede van onze jeugd nog verder in de hand.
Het is dan ook verheugend dat er door verschillende onderwijsinstanties steeds meer stappen worden ondernomen om hier verandering in te brengen, namelijk door beweging in het onderwijs structureel in de lesplanning te integreren. Daarnaast viel mijn oog op een artikel over zogenaamde bewegingsscholen in Denemarken, waar de leerlingen van de basisschool naar hun les moeten klimmen bij het betreden van de school. Ook zijn er bewegingstrajecten in de school gecreëerd en werden er op het schoolplein uitdagende spring-, klim-, en klauterbanen ontworpen. Verder hebben deze scholen in hun methodische lesplannen bewegingsvormen verweven in de vorm van grondvormen als loop-, spring- en werpvormen, alsmede zwaai- en klimvormen. Zo kunnen de leerlingen toch hun bewegingsdrang kwijt en werken ze onbewust op een speelse wijze ook aan hun lichaamsontwikkeling.
Onderzoek
In Nederland is door de Rijksuniversiteit van Groningen ook langdurig onderzoek gedaan naar de relatie tussen de fysieke fitheid en het doelgericht uitvoeren van schooltaken en alles wat daarvoor nodig is, zoals planning en structuur aanbrengen. De uitkomsten bleken zeer positief uit te vallen in het voordeel van de beweegprogramma’s die gedurende het onderzoek waren ingevoerd. Langzaam maar zeker worden scholen zich er bewust van dat er iets moet veranderen. Zo las ik onlangs over een school in Alblasserdam (De Twijn) die een gloednieuw onderkomen in gebruik heeft genomen, waar in navolging van het Deense concept kinderen van 4 tot 12 jaar terecht kunnen voor kinderopvang en onderwijs bij het Integraal Kind Centrum (IKC). Daar gaat om 8.15 uur de schoolbel en mogen de leerlingen eerst nog wat rondrennen voordat de les begint. En als ze naar het toilet willen, kunnen ze er voor kiezen om dit te doen via één van de klim- of klauterparkoersen die er zijn ontworpen. Tijdens het zelfstandig werken mogen ze het klaslokaal uit om even te bewegen als ze daar behoefte aan hebben. Zo wordt het bewegen gestimuleerd en de bewegingsdrang gereguleerd. Ouders zijn erg enthousiast over het nieuwe concept en vinden het belangrijk dat hun kinderen meer beweging krijgen. En de kinderen? Die vinden het gaaf en cool. Zo wordt school weer echt leuk! Zoals op deze foto: Ook in de winter een mini elfstedentocht een prima en sfeervolle bewegingsaktiviteit voor de leerlingen.
‘Wat de achtjarige verzuimt om te leren, kan de achtienjarige niet meer inhalen’
M. Hetherington, pedagoog
Atletiekclubs zijn de kweekvijver voor de toekomst van de sport
Godzijdank zijn er ook op atletiekclubs in deze coronaperiode veelal nog aangepaste trainingen in kleine groepjes mogelijk, echter zonder de aanwezigheid van ouders of verzorgers, die hun kind moeten halen en brengen en aan het rijden blijven. Bovendien maken gesloten kantines en toiletgelegenheden op de atletiekaccommodaties het allemaal nog minder uitnodigend, al mogen we nog blij zijn dat er voor de jeugdtrainingen door de overheid een uitzondering is gemaakt. De clubs vormen de kweekvijvers voor de toekomst van de sport, ook in de atletiek. We moeten er dan ook alles aan doen om de jeugd in beweging te krijgen of te houden. Dat kan op velerlei creatieve manieren. Zo zien we dat er bij sommige atletiekclubs extra trainingen voor de jeugd op woensdagmiddagen worden ingelast. Maar er zijn met een beetje creativiteit tal van mogelijkheden om de jeugd een extra duwtje in de rug te geven en als wij enthousiast zijn worden zij het vanzelf. Op www.kenniscentrumsportenbewegen.nl is genoeg informatie te vinden ter ondersteuning voor de clubtrainers.
Noot
Bert Vreeswijk is als gymdocent 41 jaar in het onderwijs werkzaam geweest en heeft in die periode veel beweegprogramma’s voor zijn leerlingen opgezet en heeft daaraan prima herinneringen.