Tienkamper Jeff Tesselaar (20): ‘Meerkamp is een soort Tour de France’

door Kees Sluys

 

Het is donderdag 28 maart, 18.15 uur. Tijd voor een gesprek met tienkamptalent Jeff Tesselaar. Locatie is de Ookmeerhal in Amsterdam West, gelegen pal naast de atletiekbaan van AAC. De 20-jarige, uit Heerhugowaard afkomstige, meerkamper is hier voor een hordentraining onder leiding van Marita van Swol, de gereputeerde coach die eerder een atleet als Gregory Sedoc onder haar hoede had.

 

Tot een aantal jaar geleden trainde Tesselaar in Heerhugowaard onder Robin Korving, met 13.15 nog steeds in bezit van het nationale record op de 110 meter horden en in 1998 winnaar van het brons bij het EK in Boedapest.

‘Ik heb veel aan hem gehad,’ zegt Tesselaar, ‘met name wat betreft zijn enthousiasme en ervaring. Hij stond altijd voor je klaar en maakte tijd voor je vrij. Maar ik wilde een nieuwe stap. Ik was een beetje uitgeleerd.’

Hij komt uit een hardloopfamilie. Zijn vader liep de marathon in 2.22.00. Moeder Linda was ook een goede hardloopster. Zelf rolde hij als jochie de atletiek in via straatloopjes. Maar hij deed ook aan voetballen en aan schaatsen. ‘Wedstrijden in de Meent in Alkmaar. Op mijn 12e, 13e was ik op zaterdag vaak heel druk bezig. Het is wel eens voorgekomen dat ik ‘s ochtends om 8.00 of 9.00 uur ging schaatsen, vervolgens moest voetballen en dan ook nog eens een atletiekwedstrijd deed.    

Maar op de middelbare school ben ik gestopt met schaatsen en voetbal. Ik kreeg het idee dat ik met atletiek verder zou komen. De nadruk lag eerst op lopen en cross, en deed mee aan de Sylvestercross en de Warandeloop. Op C- en D-spelen deed ik 800 en verspringen. Maar ik had eigenlijk een hekel aan de training voor de 800 meter. Ik haalde meer lol uit de explosieve onderdelen. Voor verspringen trainde ik bij Niels Kruller (oud-atleet met een pr van 7.90 – KS). Dat liep zo lekker dat ik hoogspringen er bij ging doen. En toen ik 15, 16 jaar was zei ik: ik wil meerkampen.’

Beste tienkamp

7753 punten, Espoo 2023

100: 10.81

ver: 7.22

kogel: 13.09

hoog: 1.94

400: 48.42

110h: 15.01

discus: 41.54

polshoog: 4.50

speer: 47.75

1500: 4.19.58


Persoonlijke records

100: 10.81

ver: 7.70

kogel: 13.78

hoog: 1.95

400: 47.88

110h: 14.54

discus: 43.52

polsstokhoog: 4.60

speer: 47.75

1500: 4.19.58

Jeff loopt in 100 meterserie bij EK U23 in Espoo dezelfde tijd als Markus Rooth: 10.81

Foto: Trackpic / Olavi Kaljunen

EK U23 Espoo: geslaagde poging op 1.91

Foto: Trackpic / Olavi Kaljunen

EK U23 Espoo: Jeff is blij met 1.94
Foto: Trackpic / Olavi Kaljunen

EK U23 Espoo: Voortreffelijke 1500 meter in 4.19.58
Foto: Zeb Tesselaar

Verspringen? Niet moeilijk doen

De loopnummers zijn al behoorlijk goed, maar verspringen is Tesselaars beste onderdeel, met een pr van 7.70 meter. Natuurlijk is de 8.00 metergrens zijn doel.

‘Ik hoop dat ik dat zo snel mogelijk bereik. Eerlijk gezegd, na vorig indoorseizoen zei ik al: dit jaar wil ik outdoor 8.00 meter springen. Ik kwam indoor van 7.50 en sprong toen 7.70. Dus ik dacht: nog “maar” 30 centimeter. Maar ik raakte bij polsstokhoog geblesseerd aan mijn enkel en daarna aan de hiel van mijn afzetbeen. Dus kon ik tot juni geen verspringtraining doen en kwam ik niet verder dan 7.30. Maar inmiddels is het gevoel weer terug, dus ik heb goede hoop.’

Over het geheim van goed verspringen doet hij niet ingewikkeld. ‘Veel mensen houden zich erg bezig met de afzet, willen precies op de balk uitkomen. Maar ik zeg: dat moet je allemaal vergeten. Gewoon zo hard mogelijk aanlopen en maar zien waar je uitkomt. Als je te ver voor de balk afzet, ziet de trainer dat wel en geeft aan: voetje naar voren. En dan loop je nog een keer zo hard mogelijk aan. Zo makkelijk moet je er over denken. De meesten doen er veel te moeilijk over.’

De recente discussie over een afzetvak bij verspringen is ook niet aan hem besteed. ‘Ik zeg eerlijk: voor mij zal het een nadeel zijn. Want ik kan goed met de balk omgaan. Ja, meerkampers hebben maar drie pogingen. En het is misschien puurder omdat je de echte afstand meet die is gesprongen; maar ik vind het wel ten koste gaan van geleverde prestaties in het verleden. Ik zie liever innovatie op het gebied van materiaal, voeding enzovoort dan innovatie op het gebied van de regels aanpassen. Drie keer nul in de meerkamp en je bent weg. Klopt. Maar ik vind dat juist ook wel de charme ervan, je moet niet alle moeilijkheden weghalen.’

 

Lastige onderdelen

Met zijn lengte van 2.03 spiegelt Tesselaar zich graag aan een tienkamper als Pierce Lepage (2.04), de Canadese wereldkampioen van Boedapest 2023, die daar 8909 punten scoorde.

‘Zo lang je controle hebt over je lange lijf, is het een voordeel. Je kunt grotere passen maken. En lange armen zijn gunstig voor werpen. Maar bij een onderdeel als polsstokhoog is het wel nadelig. Je hebt meer kracht nodig om “ondersteboven” te komen. Dat is ook mijn lastigste onderdeel. Maar stapje voor stapje begint de feeling te komen. Ik zit nu op 4.60 meter. Maar als je een beetje mee wil doen moet je eigenlijk wel 5.00 meter springen.’

Speerwerpen is ook zo’n onderdeel waarop de feeling nog moet komen. ‘Maar dat kwartje gaat wel vallen. Het is gewoon een speer die je moet gooien, wat kan daar moeilijk aan zijn? De juiste dingen doen en die onder controle krijgen. Er zijn atleten die het nooit goed leren en we hebben niet allemaal hetzelfde talent, maar door je atletische vermogen en je trainingsarbeid moet de speer op een gegeven moment minstens naar 60 meter gaan. Investeren, en dan komt die feeling wel. En als het niet komt, dan heb je er in ieder geval alles aan gedaan. En moet je concluderen: dit is het blijkbaar.’

Hoogspringen mag met een pr van 1.95 ook wel een stukje beter. ‘Ja, daar moet wel wat bij, en we zijn er hard mee bezig. Is echt onder de maat. Als je dat vergelijkt met Sander Skotheim die 2.15 springt, ben ik een hobbyist. Daar verlies ik een vracht aan punten.’

 

Waarmee we zijn aanbeland bij het EK U23 in Espoo (Finland), waar Tesselaar vorige zomer als negende eindigde met een hoopgevend totaal van 7753 punten. Zij het ver achter genoemde Skotheim (21) die met 8561 punten als tweede eindigde achter zijn landgenoot Markus Rooth (22) met 8608 punten. De achterstand is groot, maar:     

‘Bij die Noren denk ik, prachtig om te zien, maar als zij het kunnen kan ik het ook. Noren zijn toch qua genen een beetje hetzelfde als Nederlanders, en ze zijn ook niet exceptioneel snel. Het is bij hun allemaal gewoon goed. En dan denk ik: dat is niet onmogelijk. Het stimuleert in ieder geval enorm.’

 

Trainersbataljon

Vooruitkijkend naar de Spelen van Parijs. ‘Het niveau ligt erg hoog. Om een beetje mee te doen moet je 8500 punten halen.  Met 8300 ben je gewoon een “toernooi-tourist”. Maar ik zie de toekomst voor Nederland optimistisch in, met mannen als Rik Taam, Sven Roosen, Sven Jansons en Gabriel Emmanuel. Ik denk dat we met deze ontwikkeling over vijf jaar wel drie, vier jongens hebben die 8500 punten scoren. En dat het niet eens meer de kunst is om de limiet te halen, maar om bij de beste drie te komen. Maar om daar zelf ook bij te zitten, is er nog heel veel werk aan de winkel.’

Om die progressie gestalte te geven heeft Tesselaar zich omringd met een bataljon aan trainers. Onder supervisie van hoofdtrainer Niels Kruller (AAC) die de boel coördineert. ‘Je moet wel iemand hebben die alles bewaakt en het belang van de atleet op nummer één zet. Een hoofdcoach plus een aantal specialistische trainers is ideaal, denk ik. Eén trainer kan gewoon niet alles goed doen. Maar ik ben heel blij met mijn trainers. Ze houden rekening met het feit dat ik tienkamper ben, daar ben ik ze dankbaar voor.’

 

Sinds vorig jaar oktober traint hij ook wekelijks twee dagen op Papendal bij meerkamptalententrainer Ingmar Vos. ‘Dinsdag en woensdag. Dan slaap ik daar vanaf maandag en ga ik woensdag weer naar huis. Ik zit niet echt in de selectie, maar train bij het team dat Ingmar onder zijn hoede heeft. Ik heb gevraagd of ik me mocht aansluiten om een volgende stap te maken en dat werd gehonoreerd. Ik vind het een eer om daar tussen grote atleten actief te zijn. Papendal is ook wel de plek waar je moet zijn qua begeleiding en faciliteiten, wil je echt goed meerkampen.’

Trainen en reizen kost hem al met al zo’n 35, 40 uur per week. Daarnaast studeert Tesselaar ‘Economics and business economics’ aan de VU. Hij zit nu in het tweede jaar.

‘Ik probeer bij colleges aanwezig te zijn. Ik vind het leuk om andere mensen, ook van buiten de sportwereld, te leren kennen en te spreken. Maar het traditionele studentenleven in de zin van veel bier drinken, daar doe ik natuurlijk niet aan mee. Heb ik sowieso nooit stoer gevonden. Buiten het seizoen ga ik drie of vier keer per jaar naar een club in Amsterdam, iets wat jullie vroeger geloof ik een disco noemden.’

 

Toernooien

Qua grote toernooien heeft Tesselaar zijn ogen met name gericht op het EK U23 dat in 2025 in het Noorse Bergen plaats zal vinden. Doel van dit seizoen is op ieder onderdeel progressie maken, en de 8000 puntengrens doorbreken. ‘Met verspringen hoop ik op een pr: 7.80, 7.90. Ik denk dat ik dat ook nodig heb voor die 8000 punten. En de 400 meter wil ik in de meerkamp nu ook onder de 48.00 lopen.’

Nogmaals vooruitblikkend naar Parijs (’Ik denk dat Lepage wint, met Leo Neugebauer als tweede – en houd ook Fransman Mackenson Gletty in de gaten’) komt het gesprek op de sensationele apotheose bij het EK van 2022 in München. Waar thuisfavoriet Niklas Kaul middels twee sublieme overwinningen op de laatste onderdelen (speer 76.05) en 1500 meter (4.10.04) Zwitser Simon Ehammer alsnog achter zich liet.

‘Heel bijzonder, en echt historisch. Kaul is ook een atleet die bewijst dat alles mogelijk is. Werpers zouden niet goed kunnen lopen, nou, het tegendeel blijkt. Beperk je dus nooit tot je eigen gedachten, want heel veel is mogelijk. Zo prachtig hoe al die Duitse fans in dat stadion helemaal losgingen! Daar zag je echt de magie van de tienkamp. Je kunt het een beetje vergelijken met de Tour de France. Er kan van alles gebeuren. Meerkamp is een reis met veel verschillende etappes.’

 

NB

Op 22 en 23 juni zal Jeff Tesselaar zijn opwachting maken bij de prestigieuze meerkampwedstrijden in Ratingen. In gezelschap van landgenoten Leon Mak en Melchior Treffers.