Hachim El Guerrouj blijft beste miler na de race van het decennium

 

door Guus Mater

 

De wedstrijd van de eeuw. Dat is bijna altijd een zwaar overdreven kwalificatie, ook voor de olympische finale van de 1500 meter in Parijs. We hebben nog 76 jaar te gaan. Race van het decennium dus maar. Wat er aan ontbrak was een wereldrecord.

Favoriet Jakob Ingebrigtsen uit Noorwegen ging ten onder. Zijn voornaamste tegenstander, de Brit Josh Kerr, werd verrast door een outsider. Niemand had de Amerikaan Cole Hocker als winnaar getipt. Twee jonge Nederlanders, Niels Laros en Stefan Nilissen verbaasden door goede klasseringen, zes en negende, en waanzinnige tijden (3.29.54 resp. 3.30.75). Dat die Nederlanders zich voor de finale hadden geplaatst, was al een primeur.

Een olympische finale op de 1500 meter met een wereldrecord winnen. Na de Tweede Wereldoorlog was dat alleen in 1960 gelukt.* De Australiër Herb Elliott kraakte in Rome alle tijden uit het verleden. Niet dat alle die races daarvoor en daarna verboemeld werden, maar wereldrecords op dit nummer worden nu eenmaal al jaren gemaakt door hazen.

Wat titelverdediger Ingebrigtsen heeft bezield om er als een haas vandoor te gaan? De vaak superieure loper, op het arrogante af, moet zich onzeker hebben gevoeld bij zijn gebruikelijke aanpak om achter in het veld de race te starten en geleidelijk naar voren te snellen. Meedogenloos was het tempo vanaf het begin: 54,9 – 1.51,5 – 2.47,3. Enkele tientallen meters voor de streep was duidelijk dat hij zijn hand had overspeeld.

De tijd van de winnaar was 3.27,65, ruim anderhalve seconde boven het wereldrecord van de Marokkaan Hachim El Guerrouj, die dat 26 jaar geleden in Rome liep. De tijd van de 19-jarige Laros (3.29,54) was een Nederlands record en slechts één leeftijdsgenoot was ooit ter wereld sneller.

Sinds Roger Bannister de mijl (1609 meter) in minder dan vier minuten aflegde, wordt naar de mening van Britten over de middenafstand geluisterd. Bannister liep zijn historische race op 6 mei 1854 in Oxford (3.59,4) en we zijn inmiddels bijna twintig seconden sneller, dus aan de andere kant van het Kanaal hebben ze ruim de tijd gehad om erover na te denken.

 

Beste miler aller tijden

In mei maakte het gezaghebbende ‘Athletics Weekly’ bekend dat El Guerrouj was gekozen tot de best miler aller tijden. De lezers van het blad verwezen Elliott en Seb Coe naar de tweede en derde plaats. Twintig jaar geleden lagen de kaarten nog anders. Toen werd Coe gekozen, voor Elliott en El Guerrouj. De duurzaamheid van het record heeft zijn werk gedaan.

De Marokkaan kreeg 27 procent van de stemmen, zijn voornaamste opponenten kregen ieder 14 procent. Voor de fijnproevers is het mooi te vernemen dat de lezers de oude sterren nog niet zijn vergeten. Ook Steve Ovett, Bannister,  John Walker, Jim Ryun, Peter Snell, Jakob Ingebrigtsen, Said Aouita, Nourredine Morceli, Sydney Wooderson, Filbert Bayi, Kip Keino, Walter George, Jack Lovelock en Gunder Hagg werden genoemd. Wim Slijkhuis ontbrak er nog maar aan.

‘Wereldtitel of wereldrecord’, vroeg Kees Kooman El Guerrouj (Runners World, juli 1995). ‘Ik kan niet kiezen,’ antwoordde de atleet, pas twintig jaar, met alleen een mondiale indoortitel op zak. ‘Het een is even belangrijk als het ander. Bovendien helpt het ene doel om het andere te bereiken.’

 

*Van de drie vooroorlogse gouden-medaillewinaars met een wereldrecord is de Nieuw-Zeelander John Edward ‘Jack’ Lovelock (1912-1949) de bekendste. Lovelock won in Berlijn (1936) in 3.47,8. Hij kwam om het leven in de metro in New York. Na een val van zijn paard was Lovelock depressief geworden. In 1976 schonk zijn dochter de gouden medaille van haar vader aan hun landgenoot John Walker, die de 1500 meter in Montreal won.