Door Bert Vreeswijk
Kogelslingeren, onbekend maakt onbemind
Dinsdag komt onze landgenoot Denzel Comenentia bij het WK atletiek in actie voor zijn kwalificatie kogelslingeren. U zegt misschien: wie? en kogelslingeren, doen we dat in Nederland dan ook?
Jazeker kan ik u vertellen, alleen geldt hier het spreekwoord: ‘Onbekend maakt onbemind’. Is het onderdeel kogelslingeren in Oost-Europese landen als Polen, Rusland, Hongarije en Wit-Rusland populair, in Nederland wordt het bij atletiekclubs jammer genoeg maar mondjesmaat onderwezen en beoefend. Zelf vind ik het namelijk één van de mooiste en moeilijkste onderdelen die de atletiek rijk is. Ik vergelijk het, als ik het mensen uit moet leggen, een beetje met walsen of ballet. Motorisch gezien vraagt kogelslingeren ook om balans, souplesse, fijne coördinatie, gevoel voor ritme en timing – kijk maar eens naar een van de kogelslingerfilmpjes van Denzel die op Google te vinden zijn. Daarnaast vraagt de discipline ook nog om explosiviteit, snelheid en kracht. Als je naar de uitvoering van het kogelslingeren kijkt lijkt de techniek bijna eenvoudig, maar niets is minder waar!
Enige technische informatie bij het kogelslingeren
Eerst maar eens kijken waar het om gaat in deze discipline. De ring waaruit de slingerkogel dient te worden geworpen, heeft een diameter van 2.135 meter, net als bij het kogelstoten. Voor de veiligheid bevindt er zich een net rondom de werpkooi die officieel 6 meter hoog dient te zijn. De beide deuren aan de uitwerpzijde zijn zelfs 10 meter hoog en moeten bij rechtse en linkse werpers steeds worden gesloten aan één zijde – bij rechtse werpers staat de linker deur dicht en bij de linkse de rechter deur, dit alles voor de veiligheid. De sector waarbinnen de kogel dient te landen bedraagt 34,92 graden. De uitworp-opening is bij het sluiten van één deur slechts 4 meter!
Dan de kogel zelf, deze is voor de mannen 7,26 kg en voor de vrouwen 4,00 kg. Aan de kogel is een staaldraad bevestigd die met een asje in de kogel vrij kan ronddraaien, en aan het eind van de staaldraad is een handvat bevestigd. De totale lengte van de kogel inclusief staaldraad en handvat is voorgeschreven en bedraagt 1.215 meter bij de mannen en 1.195 meter bij de vrouwen. De meeste werpers dragen aan hun linkerhand ( voor rechtse werpers!) een speciale handschoen om te voorkomen dat de enorme trekkracht de vingers/hand kan beschadigen. Ook de werpschoenzolen zijn door het specifieke ontwerp ervan speciaal ontwikkeld om de ronddraaiende werper op de betonnen werpring grip en frictie te geven.
Globale technische details
-
Bij greep aan het handvat is de rechterhand bovenop de linkerhand (rechtshandigen)
-
Bij de meestal twee voorzwaaien staat de werper voor het draaien diep in de knieën
-
De armen blijven in de voorzwaai en tijdens het draaien volledig gestrekt: grote actieradius!
-
De romp is stabiel en ontspannen
-
Het zogenaamde ‘hak-bal draaien’ op de linkervoet is kenmerkend.
-
Rechter omdraaibeen en voet worden na elke draai snel geplaatst. Zorgt voor stabiliteit
-
Bij elke snellere draai gaat de werper ‘zoeken’ naar de juiste balans (zie tekening)
-
Bij elke draai ‘loopt de romp steeds vooruit’ en haalt de kogel deze steeds in: versnelling
-
De snelheid van de ronddraaiende kogel kan wel oplopen tot meer dan 100 km per uur en de trekkracht van de kogel kan tot wel 300 kg bedragen, waarbij de werper steeds meer tegenwicht dient te geven: achterover zitten (zie tekening)
-
Na drie dan wel vier draaien, die in een climax verlopen, volgt de uitworp onder een hoek van rond de 43 graden.
-
De uitworp vraagt om exacte timing, teneinde de kogel door de smalle uitwerp-opening te krijgen.
Kogelslingeraars zijn atletische types
De typische lichaamsbouw van de kogelslingeraar is atletisch, terwijl ze meestal niet superzwaar gebouwd zijn, zoals dat bijvoorbeeld bij het kogelstoten wel het geval is. Als je de 23-jarige Denzel Comenentia neemt (109 kilo, 1.86 meter), dan zie je volgens bondscoach Gert Damkat een motorisch enorm getalenteerde atleet, die alles in zich heeft om het ver te brengen. Denzel is op jonge leeftijd bij AAC met atletiek begonnen en wilde aanvankelijk graag sprinter worden. Dat lukte niet. Hij richtte zich steeds meer op de werpnummers, waarbij kogelstoten met de Baryshnikov draaitechniek zijn voorkeur had. Nadat het kogelslingeren zijn aandacht had gewekt, wist hij in 2018 zelfs het 16 jaar oude Nederlandse record van Ronald Gram uit de recordboeken te slingeren met een worp van 72.63 m. Datzelfde jaar verbeterde hij zijn eigen record nog tweemaal via 76.29 naar 76.41. In april van dit jaar voegde Comenentia tijdens wedstrijden in Amerika onder toeziend oog van zijn Amerikaanse coach Don Babbitt daar weer enkele tientallen centimeters aan toe, tot een worp van 76.80 meter (NR).
Dit seizoen staat Denzel bij het kogelslingeren op een 19e plaats op de wereldbestlijst. Die wordt aangevoerd door de Pool Wojciech Nowicki met een beste worp van 81.74 meter, kort daarop gevolgd door zijn landgenoot Pawel Fajek, die 80.88 meter achter zijn naam heeft staan. Het wereldrecord bij de mannen staat al sinds 1986 op naam van de Rus (voormalig Oekraïne) Joeri Sedych met 86.74 meter. Bij de vrouwen is het wereldrecord in handen van de Poolse Anita Wlodarczyk die in 2016 te Warschau tot een worp kwam van 82.98 m. Niet onvermeld mag blijven dat het Nederlands record bij de vrouwen in handen is van Debbie van der Schilt, die in 2004 in het Duitse Halle tot 65.79 meter kwam.
Het zal dinsdag voor Denzel Comenentia een lastige klus worden om tot de finale door te dringen, maar onmogelijk is het niet. Als hij een worp van rond de 78 meter weet af te leveren, kan dat genoeg zijn! Maar hij is nog jong en zijn beste jaren moeten nog komen. Met de Olympische Spelen in Tokio volgend jaar voor de boeg, kunnen er nog mooie dingen gebeuren en kan hij een ambassadeur zijn, en voorbeeld voor onze atletiekjeugd, om het kogelslingeren in Nederland te populariseren.