Torun achteraf

door Kees Sluys

‘Een medaille of acht dus. Waarvan minimaal drie goud.’
Dachten we.
Het werden er dus zeven. Maar wel met vier keer goud. Ook mooi. Nederland werd er zelfs eerste mee in het landenklassement. Voor Portugal, Groot-Brittannië, België en Frankrijk.
Schitterend! Uniek! De Nederlandse atletiek ‘zit in de lift!’ Euforie alom!
Maar het feit dat ‘we’ respectabele atletieklanden als Ukraïne, Polen, Italië, Frankrijk en Duitsland ruim voorbleven zegt natuurlijk ook iets over de status van het toernooi. Dit EK indoor telde weliswaar de nodige grote sterren (Armand Duplantis, Jacob Ingebritsen, Kevin Mayer, Malaika Mihambo, Nafi Thiam, Femke Bol, Nadine Visser, Marcin Lewandowski), maar ontbeerde er ook nogal wat.
In Tokio – daar waar het allemaal uiteindelijk echt om draait – zal het beeld anders zijn. Al hebben we voor de Olympische Spelen natuurlijk nog een paar Nederlandse troeven achter de hand: Dafne Schippers, Sifan Hasan, Susan Krumins.

Korte loopnummers

Een blik op de prijswinnende onderdelen leert dat de vaderlands atletiek in de breedte nog wel wat kwaliteit kan gebruiken. Alle zeven medailles werden gewonnen op de korte loopnummers: 60 meter (Samuel; hoe prachtig de souplesse van winnares in 7.03 Ajla De Ponte!), 60 meter horden (Visser), 400 meter (Bol, Van Diepen, Bonevacia), en 4 x 400 meter (mannen en vrouwen). En als Joris van Gool bij zijn 60 meterserie niet was gediskwalificeerd had er mogelijk nog een medaille extra in gezeten: 6.60 was al goed voor zilver, 6.61 voor brons.
Vier van de zes overige finaleplaatsen werden ook op de korte afstanden behaald: Zoë Sedney en Koen Smet (60 meter horden), Lieke Klaver en Jochem Dobber (400 meter).  

Maar dan!

Op de 800 en 1500 meter bleek de kwaliteit van de maar liefst negen afgevaardigden domweg te laag. Ook de 3000 meter was niet het gelukkigste onderdeel. Bij de vrouwen zagen we diskwalificatie van Jip Vastenburg en de merkwaardige val van Maureen Koster. Waardering kon men wel opbrengen voor de gedurfde strategie van Mike Foppen, die jammer genoeg net niet voldoende bleek voor een finaleplaats.
De resterende finaleplekken waren voor Jessica Schilder die met haar prachtige vijfde plaats (18.69 meter) verraste en voor Menno Vloon, die gedeeld vijfde werd met 5.70 meter. Er was meer verwacht, maar slecht is het zeker niet.
En dan zagen we nog de uitstekende vierde plaats van Rik Taam bij de zevenkamp, die hij na een furieuze afsluitende 1000 meter met een mooi pr van 6111 punten afrondde; slechts 23 punten verwijderd van het brons.

Schamele vertoning

Het was allemaal prachtig op televisie te volgen. Behalve hier te lande. Het is de vraag inhoeverre men bij de leiding/eindredactie van Studio Sport nog enig gevoel voor verhoudingen heeft. Een livestream van het EK, en af en toe een rechtstreekse flits, daar kon de Nederlandse kijker het mee doen. Wat een schamele vertoning!
Maar ja, shorttrack, wielrennen, tennis en skiën zijn natuurlijk veel belangrijker. Om nog maar niet te spreken van voetbal uit de vrouwencompetitie, inclusief interviews na afloop (uitzending zondag 18.00-19.00 uur).  

Zo jaag je je kijkers wel weg naar de BBC of naar Canvas/Ketnet. Zenders waarop lovend werd gesproken over ‘the Dutch’ en ‘Papendal’ en ‘Charles’ (van Commenee) respectievelijk over ‘de Noorderburen’. Dat is ook zoiets. Bij de Studio Sport-bazen vinden ze kennelijk alleen Nederlandse deelname en successen interessant. Elders zijn ze minder eenkennig. Men beseft daar: atletiek is een belangrijke sport.