Hoe verder met Dafne

door Kees Sluys

‘Ze is heel goed, maar vooral ook superambitieus. ’Zo sprak technisch directeur van de KNAU Peter Verlooy tien jaar geleden. We stonden vol bewondering langs de baan in Götzis, waar zevenkampster Dafne Schippers (18 jaar jong) zojuist Jessica Ennis op het afsluitende onderdeel van dag één, de 200 meter, had verslagen. Tijd: 22.90. Nog net geen verbetering van het Nederlandse record dat met 22.81 op naam stond van Els Vader.
Verderop in het seizoen, bij het WK atletiek in Daegu, ging het record er wel aan. Allroundster Schippers had gekozen voor de 200 meter. In haar serie, die ze winnend afsloot voor regerend wereldkampioene Allyson Felix, kwam Schippers, op 15 juni 19 jaar geworden, tot een prachttijd van 22.69. In Korea maakte Schippers ook deel uit van de jeugdige estafetteploeg die het legendarische Mexico-record uit 1968 evenaarde. Kadene Vassell (22), Dafne Schippers (19), Anouk Hagen (21) en Jamile Samuel (19) liepen 43.44. Maar met betere wissels zou het nog veel sneller kunnen – daarvan waren ze overtuigd. Het plezier en optimisme straalde er vanaf.
Tien jaar verder. Bij de Olympische Spelen in Tokio faalt Schippers (inmiddels 29) op de 200 meter. Na een serietijd van 23.13 eindigt ze met een zwakke 23.03 als zesde in haar halve finale. Haar befaamde eindschot – het is helemaal weg. Ook de estafette loopt niet lekker. Na ternauwernood de eindstrijd bereikt te hebben (42.81) gaat het in de finale totaal mis. Startloopster Nadine Visser kan Schippers, die veel te vroeg weg gaat, niet bereiken zodat Marije van Hunenstijn en Naomi Sedney tot hun verdriet (en/of woede) niet eens in actie kunnen komen. Het levert pijnlijke, onaangename beelden op. Van Hunenstijn die richting Schippers wandelt. Die, kennelijk om haar ploeggenote te troosten, een hand op haar schouder legt. Een beweging die door Van Hunenstijn boos wordt afgeweerd. Waarop Schippers haar collega weer verontwaardigd wegduwt. Wat zit er achter die onvrede, vroeg de alerte tv-kijker zich af. Alleen maar deze foute wissel?

In de tussenliggende tien jaar is er veel gebeurd. De eerste helft van dat decennium was het eigenlijk één glorieuze triomftocht. Mooie successen op de zevenkamp onder leiding van Bart Bennema. Met als hoogtepunt brons bij het WK 2013 in Moskou. Een toernooi, waar Schippers, zo vond de
veeleisende atletiekfan, met een beetje geluk zelfs goud had kunnen halen. Immers: het toernooi was niet al te sterk bezet, en Schippers bleef vooral bij het kogelstoten met 12.91 ver onder haar pr van 14.19 meter. Maar in de herinnering beklijft natuurlijk de fantastische race op de 800 meter in 2.08.62 waarmee ze haar medaille veiligstelde (een race die deze zomer in Tokio als het ware werd ‘gekopieerd’ door Emma Oosterwegel).
Een jaar later liep ze in Götzis de 200 meter al in 22.35 en had ze aan het eind van het seizoen vijf nationale records in haar bezit: 100 meter (11.03), 200 meter (22.34), verspringen (6.78), zevenkamp (6545) en estafette (42.40). Die laatste race tijdens de Diamond League in Lausanne, met
Schippers zoals altijd als tweede loopster, ontlokte de Britse tv-commentator laaiend enthousiaste woorden: ‘She absolutely murdered the track… a wonderful piece of running.’
Bennema liet weten dat Dafne, ondanks haar sprintsuccessen, de meerkamp echt niet vaarwel zou zeggen. Maar nadat ze bij het EK in Zürich 2014 zowel op de 100 in 11.12 als 200 meter in 22.03 (na Fanny Blankers-Koen in 1950 eindelijk weer Europees sprintgoud!) had gezegevierd, klonk de roep om afscheid van de zevenkamp te nemen steeds luider.

Woensdag 3 juni 2015, vrijwel onmiddellijk na afloop van het toernooi in Götzis (waar Schippers op weg was naar een nieuw Nederlands record, maar de 800 meter niet meer liep) maakte Dafne bekend dat ze zich exclusief op de sprint ging richten. Atletiekkenners vroegen zich af hoe veel die ‘specialisatie’
nog zou kunnen opleveren. Toch bleek de progressie aanvankelijk nog aanzienlijk. Nadat Dafne op 25 juli in Londen met 10.99 voor het eerst onder de 11.00 dook ging het alleen maar harder. Resulterend in een schitterende tweede plaats (10.81) achter Shelley Ann Fraser bij het WK in Peking die zomer. En culminerend in haar sensationele overwinning op de 200 meter. In 21.63! Wereldkampioene en een Europees record. Bovendien nog maar drietiende
verwijderd van het fabelachtige wereldrecord van Florence Griffith. Ik moet bekennen dat ik die 21.34 serieus in het verschiet zag liggen.

Schippers-mania! Drie boeken met Dafne op de cover verschenen er in het olympische jaar. In Rio de Janeiro moest en zou het dan ook gebeuren: Goud en Eeuwige Roem. Maar Jamaicaanse Elaine Thompson troefde Schippers op de 200 meter af: 21.78 om 21.88.
Zou ‘superambitieus’ ook inhouden dat iemand niet tegen haar verlies kan en dat soms goed laat merken ook? De even teleurstellende als schitterende tweede plaats leverde in ieder geval iconische beelden op: Schippers die na afloop van de race haar spikes uit frustratie op het kunststof smijt.
Het moest dus toch nog beter. Natuurlijk. Daarvoor werd na Rio de Amerikaanse sprintgoeroe Rana Reider ingeschakeld. Diens zware krachttraining ging ten koste van Schippers’ souplesse, maar verhinderde niet dat ze bij het WK 2017 in Londen haar wereldtitel (22.05) wist te prolongeren. Bovendien betekende brons op de 100 meter (10.96) een sterk staaltje. Maar de vrolijkheid, het plezier en het ogenschijnlijke loopgemak leken allengs minder te worden. De 21.34, waarvan ook Schippers moet hebben gedroomd, raakte ver uit zicht. En ook in Europa diende zich concurrentie aan. De nieuwe sprintkoningin werd Dina Asher-Smith die bij het EK in Berlijn 2018 met 10.85 en 21.89 ongenaakbaar zegevierde. Toch deed Schippers het met een derde plaats op de 100 meter (10.99) en zilver op de 200 meter in 22.14 natuurlijk nog uitstekend. Net als de estafetteploeg: tweede in een fraaie 42.15 met Van Hunenstijn, Samuel en Sedney.
Bijna net zo mooi als het superieure kwartet dat bij het EK 2016 in Amsterdam in een prachtig nationaal record van 42.04 naar goud liep.
Het was goed, maar niet goed genoeg. Exit Rana Reider. Terug naar Bennema. Zou het dan toch weer helemaal goed komen?
Ondanks soms redelijk optimistische uitlatingen van Bennema mocht het niet zo zijn. Een van de oorzaken: Schippers had al een paar jaar flink last van haar rug. Ook in Tokio ging het dus niet zoals gehoopt. En toen, na een paar maanden van bezinning, kondigde Schippers opeens aan dat ze weer weggaat bij Bennema. Dat ze uit Papendal vertrekt en bij oud-estafettecoach Wigert Thunnissen in Haarlem haar geluk gaat beproeven.
‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik niet helemaal meer op mijn plek was op Papendal. Niet per se de locatie, maarwel qua bond. Dus ik heb gekozen om mijn eigen weg in teslaan.’ Aldus citeerde het Algemeen Dagblad vandaag (1 november) Schippers in gesprek met NOS-verslaggever Léon Haan.
In datzelfde stuk laat Bennema weten: ‘De rug heeft echt eengrote rol gespeeld, maar de echte frisheid, fitheid envertrouwen waren er ook niet. Dat is frustrerend en ik kon het niet blijven verklaren. We kwamen allebei, tegelijkertijd denk ik, tot de conclusie dat het zo niet verder kon. Ons boek was wel uit.’
Er blijven vragen.
1. In het NOS-interview met Léon Haan liet Schippers ook weten dat het al beter met haar rug gaat. Dankzij haarbegeleidingsteam van nieuw geselecteerde krachttrainers. We zullen zien. Want is het niet vreemd dat deze nieuwe bondgenoten al zo snel lijken te slagen waar de medische
staf van Papendal al die tijd kennelijk in gebreke is gebleven?
2. ‘Niet per se de locatie, maar wel qua bond. ’Wat zou er dan na al die tijd mis zijn met de bond, vraagt men zich af. Of sluimerde er al langere tijd ongenoegen? Maar van wiens zijde? Of van beider zijde? Zou het kunnen dat men bij de bond (en bij collega-atletes) enige bedenkingen koesterde jegens misschien wat misplaatst diva-gedrag van onze zo lang bejubelde sprintster? Even terug naar Tokio, naar die ontluisterende estafettefinale. In een verslag op deze website schreef ik destijds, nadat Schippers Van Hunenstijn verontwaardigd wegduwde: ‘Vermoedelijk waren de meeste kijkers hier op de hand van Van Hunenstijn. Eenmaal bij de microfoon van Jeroen Stekelenburg leken de gemoederen iets bedaard. Maar dat machteloze gepraat van “het is gewoon heel zuur” was natuurlijk volstrekt onbevredigend. Dafnes “Ik had geen idee wat er gebeurde” en “We moeten de beelden bekijken wat er fout ging” klonken ook niet heel overtuigend. En al helemaal niet schuldbewust. Zou het kunnen dat de bond (in de persoon van Charles van Commenee) Schippers hierop heeft aangesproken? En dat Schippers daar weer boos om geworden is? Met uiteindelijk een verwijdering als gevolg?

Intussen, je zou het haast vergeten, is Schippers nog wel steeds de snelste sprintster van Nederland. Dit seizoen liep ze 11.15 en 22.70 – zó slecht ook weer niet. Maar de glorietijden van weleer? Nee.
Dat zal ze zelf en het team rondom haar natuurlijk ook beseffen. Maar ja, professioneel atletiek bedrijven doen we niet alleen maar voor de lol. Er is ook aardig wat geld mee gemoeid. Zo lang het kan duren. Soms denk ik wel eens: als Dafne in Rio goud had gehaald was alles heel anders gelopen.